Als de Bronstijd overgaat in de IJzertijd is het zeegat bij Bergen helemaal dicht, de duinenrij is gesloten. Het landschap daarachter is nu een onafzienbaar hoogveen geworden door verslechterde afwatering naar zee. De zoetwatermeren in het centrum van het huidige Nederland worden steeds groter.
Het Oer-IJ gebied dat ligt tussen de driehoek van het huidige Haarlem-Alkmaar-Beverwijk had eerst een open verbinding met zee. Laat in de IJzertijd sloot deze zeemonding omdat de zee zand aanvoerde en afzette. Door deze sluiting verloor het Oer-IJ gebied de getijdewerking met zout water vanuit de zee. Het gebied werd daardoor plotseling veilig en landbouwkundig veel gunstiger. In het noordelijk deel van de provincie ontstaan op diverse plekken nieuwe gaten in de kust; de zee rukt op.