Huwelijk en geboortebeperking

Wie mag er trouwen?

We weten niet alles over ons verleden. Feit is wel dat iedereen voedsel nodig heeft om in leven te kunnen blijven. Dat lijkt tegenwoordig in ons deel van de wereld geen probleem, maar we weten dat in andere werelddelen een flink tekort hieraan bestaat. In het verleden was dit ook in Noordwest-Europa eeuwenlang het geval. Betrouwbare vormen van geboortebeperking bestonden toen niet. Hierdoor werden te veel kinderen geboren om allemaal te kunnen voeden. Tot ver in de negentiende eeuw was de landbouw niet in staat even snel te groeien als de bevolking. Hoe voorkwamen de mensen dat er steeds hongersnood was?

Huwelijkstraditie

Opeenvolgende generaties hebben gemerkt dat, als er niets gedaan werd aan het aantal geboorten, dit tot rampen kon leiden. Mensen kregen te weinig voedsel, verzwakten of overleden zelfs van de honger. In Noordwest-Europa was er een methode ontwikkeld om dit probleem aan te pakken. Je moet daarbij bedenken dat het tot zo’n vijftig jaar geleden verboden was om seks te hebben buiten het huwelijk. De oplossing: er mochten simpelweg niet te veel mensen gehuwd zijn. Daarom werd bedacht dat mensen pas mochten trouwen wanneer zij zelf een gezin konden onderhouden. Er moest dus voldoende inkomen zijn voor een huis en voor voeding, voor zowel het echtpaar als de kinderen. In de praktijk betekende dit dat mannen pas rond hun dertigste verjaardag konden trouwen. Vrouwen huwden een of twee jaar jonger. Dan was de tijd dat ze kinderen konden krijgen ongeveer gehalveerd. Want in plaats van tussen vijftien en 45 jaar oud, was de tijd om kinderen te krijgen teruggebracht tot tussen dertig en 45 jaar. Bijna een kwart van de mannen en vrouwen kon het hele leven lang niet trouwen omdat er niet genoeg inkomen was.

Verschillen

Dit slimme systeem werd niet in heel Europa toegepast, maar alleen in de westelijke gebieden ervan en dus ook in het Maasland. In Oost-Europa en in andere delen van de wereld werd het probleem anders aangepakt. Daar mochten de mensen jong trouwen, vaak al op hun vijftiende. Hierdoor lag het aantal geboorten daar hoger dan in Noordwest-Europa. Vrouwen konden immers gedurende een langere periode kinderen krijgen. Soms wordt gedacht dat daarom in Noordwest-Europa in de negentiende eeuw de Industriële Revolutie begon, aangezien die het mogelijk maakte andere zaken op grote schaal te produceren dan alleen voedsel. In Noordwest-Europa was het de gewoonte dat mannen en vrouwen na het trouwen op zichzelf gingen wonen en een eigen huishouden stichtten. Er moest zoals gezegd wel voldoende inkomen zijn om dat te kunnen betalen. In Oost-Europa en in Azië trok een jong stel na het trouwen in bij de ouders, meestal die van de bruidegom. Zo’n stel hoefde geen eigen woning en kon mee eten uit de gemeenschappelijke pot. Het hogere kindertal van de jonggetrouwde mensen werd op de koop toegenomen. Zeker, ook in Noordwest-Europa was er af en toe hongersnood. Het mislukken van de oogst was altijd mogelijk in de landbouw en een oorlog kon het evenwicht op de voedselmarkt verstoren [venster 17]. Maar als je bekijkt hoe vaak en hoe lang mensen honger leden, dan was de nood in Oost-Europa een stuk hoger.

Aanpassing

In het algemeen werkte het Noordwest-Europese huwelijkspatroon goed, ook omdat de mensen zich daardoor konden aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Als er meer voedsel ter beschikking kwam, konden zij jonger trouwen dan gepland. In tijden van tekorten moesten zij juist iets langer wachten. Zo bleef de bevolking van Noordwest-Europa min of meer stabiel van de Middeleeuwen tot in de negentiende eeuw. Pas toen de landbouw werd gemoderniseerd [venster 50], kwamen er meer inwoners. In de twintigste eeuw werd dat aantal toch te groot, maar toen konden de mensen beschikken over moderne geboortebeperking [venster 36]. Nu was niet langer de leeftijd van de bruid bepalend voor het kindertal, maar de eigen keuze van het echtpaar. Nadat er een verbod kwam op kinderarbeid [venster 34] en bijna alle kinderen bleven leven [venster 31], kozen de mensen eerder voor drie dan voor tien kinderen. Achteraf gezien kunnen we alleen maar bewondering hebben voor de manier waarop onze voorgangers het probleem van dreigende overbevolking hebben aangepakt. We moeten ons daarbij wel realiseren dat jonge mensen hier een hoge prijs voor betaalden. Toegang tot een huwelijk, en dus tot een seksuele relatie, was pas op latere leeftijd toegestaan. Dat ze die prijs daadwerkelijk betaalden voor het algemene welzijn, zegt ook iets over de controle die de oudere generatie uitoefende.