De eerste plannen om een tramverbinding tussen Tilburg en Hilvarenbeek te realiseren stammen al van eind negentiende eeuw. Het gemeentebestuur van Hilvarenbeek begon daarvoor in 1898 besprekingen met de tramwegmaatschappij De Meijerij in Eindhoven. Daarbij werd een tracé voorgesteld over Goirle en via de Goirlesedijk naar Hilvarenbeek. Maar tot realisatie is het niet gekomen.
In 1902 kwam er een nieuw initiatief van de andere kant. De Maatschappij Hollandsche Buurtspoorwegen gingen in onderhandeling met de Antwerpsche Maatschappij van Buurtspoorwegen over een te realiseren grensoverschrijdende verbinding tussen Tilburg en Turnhout, ieder voor het deel van het traject in eigen land. Aan Belgische kant was men in 1906 al klaar met de aanleg van het spoor van Turnhout naar Poppel. Op 24 september 1907 werd het Nederlandse deel van Tilburg naar Esbeek dorp geopend. Daarna moest nog worden begonnen aan de grensoverschrijdende verbinding tussen Poppel en Esbeek. Op 1 mei 1909 kon uiteindelijk de hele lijn Tilburg – Turnhout v.v. in gebruik worden genomen.
Aan de Nederlandse kant werd aan de grens een emplacement met vier sporen en een douanekantoor gebouwd. Goederenvervoer ging steeds rechtstreeks zonder overslag, maar de personentrams bleven in eigen land. De reizigers hebben steeds bij de grens moeten overstappen.
De tram reed vier maal per dag heen en terug. De hele reis nam inclusief de overstap drie uren in beslag. Schrijver dezes deed er op de fiets over het “Bels lijntje” (het vroegere treintracé tussen Tilburg en Turnhout over Riel) een uur over.
Op de foto hierboven is te zien dat de tram door de smalle straten in Hilvarenbeek dicht langs de gevels reed. Het moet een helse herrie geweest zijn. Maar de burgers, en vooral de middenstand, waren er blij mee.
De eerste tramhalte voor reizigers vanuit Tilburg was bij café Den Hemel aan de Tilburgseweg. Voorbij de Markt werd een tramstation met wachtruimte ingericht in hotel de Valk op de hoek Gelderstraat – Papenstraat. De verwachtingen waren hoog gespannen, maar het aantal reizigers bleef achter. Veel doorgaand reizigersverkeer is er nooit geweest. Voor het goederenvervoer was er een laad- en losplaats op de Markt.
De lijn had in beide landen dezelfde spoorbreedte van 106,7 cm, bekend als het Hollands Spoor, zodat het goederenvervoer ongehinderd door kon gaan. Maar in 1921 schakelde de Antwerpse maatschappij over op de in België gebruikelijke breedte van 1 meter, waardoor de lijn aansluiting kreeg op de landelijke lijnen in België. Daarmee kwam er een einde aan het doorgaande goederenvervoer. De gemeenteraad van Hilvarenbeek besloot toen om het ontsierende goederenstation op de Markt op te ruimen en een nieuwe in te richten aan de Esbeekseweg.
Tegen het einde van de twintiger jaren ondervonden de buurtspoorwegen steeds meer concurrentie van de snellere autobussen en vrachtwagens die niet gebonden waren aan het spoor. In 1934 fuseerden de zes Brabantse tramwegmaatschappijen met financiële steun van de provincie en het rijk in de Brabantse Buurtspoorwegen en Autodiensten, de BBA. De tramlijn Tilburg – grens werd een jaar later opgedoekt.
De Belgische lijn Turnhout – Poppel, die aansloot op het landelijke spoornetwerk, bleef in bedrijf tot 1948.
Lees meer
Kees van Kemenade, “De stoomtramverbinding Tilburg – Turnhout”. In Tussen Paradijs en Toekomst nr. 13 (1986), p. 19-27.