Dan breekt de oorlog uit. Frits en Jenny weten dat het gevaarlijk wordt. Ze letten heel goed op. Ze horen dat er NSB’ers wonen in hun straat. Frits schrikt en trekt helemaal wit weg. Als je lid bent van Nationaal-Socialistische Beweging, dan wil je de Duitsers helpen. De vijand. Die NSB’ers kunnen gevaarlijk zijn. Als ze horen dat hij van Joodse afkomst is… Ze kunnen hem verraden aan de Duitsers. Die pakken alle Joden op en brengen ze naar concentratiekampen, waar ze worden gedood. Vader zegt tegen moeder: ‘Je kunt niemand vertrouwen. We gaan ergens anders wonen. Wat zei jouw zus, die in Eethen woont? Daar zijn weinig Duitsers. Daar is het nog veilig.’ En zo verhuist Miel samen met zijn ouders naar Eethen.
Al snel raken ze bevriend met de mensen in het dorp. Geweldig vinden ze het dat Frits zo goed orgel kan spelen. Hij houdt erg van muziek. Naast orgel speelt hij piano, cello en klarinet. Af en toe neemt hij Miel mee naar de mooie kerk van Eethen waar hij op het orgel speelt.
Dan wordt het 24 juli 1942. Twee dagen geleden was het feest. Toen werd Frits Citroen 37 jaar. Maar nu is het geen feestdag. Een politieagent komt ’s morgens bij Miels huis. Hij waarschuwt vader: ‘Maak dat je wegkomt, ik moet je vandaag ophalen en meenemen. Dat willen de Duitsers!’ Vader luistert wel, maar blijft toch thuis. ‘s Middags komt de politieagent terug. Hij schudt zijn hoofd. Hij vindt het jammer dat vader er nog is. Hij moet hem nu wel meenemen. Miel ziet zijn vader naast de politieagent de weg af rijden. Vader kijkt om en zwaait. Dan verdwijnt hij. ‘Dag papa!’ Miel loopt naar binnen en ziet dat zijn moeder huilt. Waarom, dat begrijpt hij nog niet goed. Papa zou toch vanavond weer thuiskomen?
Als Miel zonder vader opgroeit, wordt vaak aan hem gevraagd: ‘Hedde nog wellis wâ van oe vaoder geheurd?’ Hij antwoordt dan: ‘Neeje!’ Jaren na de oorlog horen moeder en Miel dat Frits Citroen op 15 april 1943 is vermoord. In het concentratiekamp Auschwitz. Ze horen ook waarom hij is gearresteerd. Frits had aan een vriend zijn paspoort meegegeven. In dat paspoort stond geen ‘J’. De ‘J’ van Jood. Die vriend wilde wegvluchten uit Nederland, omdat hij bang was voor de Duitsers. Helaas mislukt de vlucht. De Duitsers pakken de vriend van Frits op. Hij wordt gemarteld en dan zegt hij waar Frits Citroen woont. De vrijgevigheid van Frits kostte hem in oorlogstijd zijn leven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er naast Frits Citroen tien andere Joodse mensen weggevoerd uit Altena en vermoord in concentratiekampen. Tien in Werkendam en Woudrichem geboren Joodse mensen zijn vanuit andere plaatsen in Nederland gedeporteerd en in concentratiekampen vermoord. In Eethen, Werkendam en Woudrichem zijn struikelstenen geplaatst die ons herinneren aan het lot van Frits Citroen uit Eethen, Elizabeth Johanna, Johanna Sientje en Joseph de Vries uit Werkendam en Hartog en Johanna Benjamins-van Straaten en hun zoon Jozef, Abraham en Berendina Benjamins-Blok, hun zoon Jozef en hun dienstmeisje Rosina Herzberger uit Woudrichem.