Gevonden voorwerpen

Eerste bewoners van Den Ham

Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v. Chr.)

Eerste bewoners van Den Ham

Het oudst bekende schriftelijke stuk waarin Den Ham wordt genoemd dateert uit 1321. Archeologische vondsten bewijzen dat er voordien ook al menselijke activiteiten in onze omgeving hebben plaatsgevonden. De Linderbeek begon in de prehistorie ter hoogte van Vroomshoop. Aan weerszijden van de Linderbeek tussen Den Ham en Vroomshoop liggen talrijke archeologische vindplaatsen uit de middensteentijd (Mesolithicum, 9000-4500 v.Chr). Het zijn botresten van oeros, paard en edelhert. Uit de jonge steentijd (Neolithicum, 5300-2100 v. Chr.) zijn ook botresten gevonden van onder meer eland, wild zwijn, hond, beer en bever. De gevonden botten zijn slachtafval van jachtwild en bewerkingsafval van werktuigen, gemaakt uit het gewei van edelhert. Van gewei zijn zelfs een guts en een meetlat gemaakt. Voor Nederland is dit uniek. Ook een viertal bijlen is in de beekbedding gevonden (uit de jonge en middensteentijd). De vondst van een kano onder een ijzeroerbank in de beekbedding geeft aan dat in de vroege Middeleeuwen (500-1000 na Chr.) rond Vroomshoop werd gevaren en dat er ook werd gevist in de Linderbeek. Een gevonden middeleeuwse netverzwaarder bewijst dit.

Fibula

Bij Vroomshoop is ook een zeer oude houten weg (knuppelweg) gevonden van wel 6000 m lang, circa 1,50 m breed, onder het veen in de richting noord-zuid. Er waren in deze omgeving dus al mensen op doortocht. Het is ook heel bijzonder dat een eeuwenoude mantelspeld (fibula) en een middeleeuwse lanspunt langs zo'n oud pad zijn gevonden bij een opgraving. De bronzen La Tene fibula is een uit een dikke bronsdraad getrokken fibula met zes windingen in het scharnier. Deze mantelspeld is te bewonderen in museum Twentse Welle in Enschede.

Amateurarcheoloog A.G. Kleinjan

Vermeldenswaardig is de betrokkenheid van de Hammer rietdekker A.G. Kleinjan (1928-2003), een verwoed amateurarcheoloog. In de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw ging het land rondom Den Ham vanwege bouwactiviteiten op een aantal boerenbedrijven op de schop. Het bood Kleinjan een uitgelezen mogelijkheid om bewijzen van vroege nederzettingsactiviteiten te ontdekken en te verzamelen. Op de Noordmeerse Es zijn op verschillende plaatsen scherven gevonden uit de ijzertijd, ca. 800 v. Chr.-100 ná Chr. Aan de Meersendijk werden scherven gevonden uit de jonge steentijd, en een pijlspits en aardewerk uit de periode 2500-2000 v. Chr. In een bouwput aan de Magelerweg zijn resten gevonden van een grote pot uit de bronstijd, ca. 1400 v. Chr. In de Oudheidkamer van de Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop, Het Middendorpshuis, is een vitrine met de door Kleinjan gevonden voorwerpen te zien.