Oorlog!

Bommen en granaten

Op 10 mei 1940 valt Nazi-Duitsland ons land binnen. Om hen tegen te houden blaast het Nederlandse leger overal bruggen op, ook bij ons. Op 14 mei geeft Nederland zich over. Tot 18 september 1944 leven we hier onder een vreemde bezetter.

Dreiging

In 1933 is Adolf Hitler met zijn Nazi-partij in Duitsland aan de macht gekomen. In de jaren daarna bouwt Duitsland een sterk leger op. In september 1939 valt het Duitse leger Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog: de Tweede Wereldoorlog is begonnen.

Nederland hoopt neutraal te kunnen blijven, maar mobiliseert wel. Overal stijgt de spanning. Jonge mannen worden opgeroepen om het land te verdedigen.

 

Oorlog

Op 10 mei 1940 gebeurt het dan toch. Het Duitse leger valt nu ook Nederland en België binnen. Het Nederlandse leger blaast alle belangrijke bruggen op om de opmars van de Duitsers tot staan te brengen. In ons dorp worden maar liefst zeven bruggen met springstof vernield. Zo ook de stenen brug over de Tongelreep in de Rijksweg (nu bekend als de Eindhovense Weg). Deze brug is een belangrijke verbinding tussen Nederland en België.

Maar het Duitse leger is veel te sterk. Op 12 mei zijn ze al in Aalst. Ze komen met motors, auto’s en paard en wagens. Het lijkt eerst nog wel mee te vallen. Ze kopen(!) taartjes bij banketbakker Scheepers. Daarna gaan ze naar het Gemeentehuis en dwingen ze de burgemeester de overgave te tekenen. Dat betekent dat de Duitsers nu de baas zijn hier.

Vervolgens trekken de meesten verder. Enkele Duitse soldaten overnachten in de Canisiusschool en gaan dan hun compagnie achterna.

 

Bezetting

In oktober 1940 vestigen Duitse soldaten zich voor langere tijd in Aalst. Ze bouwen grote barakken op het oude voetbalveld bij de Raadhuisstraat. In deze barakken brengen ze hun paarden en wagens onder. De soldaten worden ook in andere openbare gebouwen en scholen ingekwartierd.

Als scholen zijn gevorderd, krijgen de kinderen op andere plekken les, bijvoorbeeld in de trouwzaal van het gemeentehuis. Of in Aalst in de sigarenfabriek van Van Dijk of in de messenmakerij van Van der Sanden. Ook in Waalre gaan kinderen naar noodscholen, soms zelfs bij mensen thuis.

Ze gaan vaak maar een paar uur per dag naar school. Sommige kinderen vinden dat helemaal niet erg...

 

Bommen

Eind 1940 vallen er bommen op de Stationsstraat, nu Raadhuisstraat-Koningin Julianalaan. Het zijn echter geen Duitse, maar Engelse bommen. Een piloot denkt dat hij zich al boven Duitsland bevindt en opent zijn bommenluik boven ons.

Het gevolg is een regen van bommen. Twaalf huizen worden geraakt. Eén persoon komt om het leven doordat een bom op zijn hoofd terechtkomt. Een andere bom landt op het bevroren Lisseven en zakt door het ijs.

 

Bommenwerpers

’s Nachts komen steeds vaker bommenwerpers van de geallieerden overvliegen. Hun vliegtuigen stijgen op in Engeland en vliegen op weg naar Duitsland vaak over ons gebied heen. Hun doel is om Duitse vliegvelden, havens, fabrieken en steden te bombarderen. 

Op de terugreis worden ze vaak opgewacht door Duitse jachtvliegtuigen, die vanaf vliegveld Welschap opstijgen. Op veel plaatsen, bijv. in het Leenderbos, hebben de Duitsers luchtafweergeschut. Daarmee proberen de Duitsers de bommenwerpers neer te halen. Boven Waalre zijn negen vliegtuigen neergestort, waaronder twee Duitse jagers.

 

Wat gebeurt er met zo’n neergestort vliegtuig?

Nadat de piloot een noodlanding heeft gemaakt, proberen de inzittenden zo snel mogelijk te vluchten. Soms steken ze het vliegtuig in brand, omdat ze niet willen dat geheime zaken in handen vallen van de Duitsers.

Helaas zijn er vaak geen overlevenden. De eersten die ter plaatse komen, zijn gewone burgers. Zij kijken of er iets bruikbaars te vinden is, zoals de parachute. De stof van de parachute is zeer gewild, net als de kogellagers die kinderen gebruiken om mee te knikkeren.

Al snel komt de veldwachter controleren en waarschuwt hij de Duitse opruimingsdienst. De overledenen worden begraven op de militaire begraafplaats in Woensel. De resten van het vliegtuig worden vervoerd naar kamp Vught, waar ze worden gedemonteerd voor eventueel hergebruik. Na verloop van tijd is er op de plaats van de crash niets meer te zien.

 

En verder

De eerste maanden lijkt er eigenlijk niet veel veranderd. Toch hebben we nu een andere overheid. De Duitsers zijn nu de baas. Die werken niet in ons belang. Wij merken voorlopig alleen wat kleine ongemakken. Scholen moeten improviseren en kinderen krijgen les op ongebruikelijke plekken. Het is een tijd van onzekerheid en aanpassing.