Karel de Grote was koning van de Franken vanaf 768. Paus Leo III kroonde hem in het jaar 800 tot Rooms keizer. Karel geldt als een van de meest invloedrijke heersers in de Middeleeuwen. Het Frankische Rijk had tijdens zijn regering de grootste omvang. Religie, cultuur en wetenschap bloeiden er bovendien volop. Karel was in 742 geboren. Over zijn jeugd is maar weinig bekend. Wel weten we dat hij als krijgsheer heel wat successen wist te boeken in zijn strijd tegen verschillende volkeren. In Noordwest-Europa versloeg hij tussen 772 en 804 de ‘Saksen’, in de oostelijke regio’s rekende hij af met de ‘Beieren’ en de ‘Avaren’. In ‘Noord-Italië’ veroverde hij het Rijk van de ‘Longobarden’ en in ‘Spanje’ ondernam hij veldtochten tegen de ‘Islamieten’.
Tusseneeuwen
In de zestiende eeuw keken kunstenaars, schrijvers en geleerden naar de geschiedenis van de Grieken en de Romeinen, naar de Oudheid dus, om er inspiratie door te krijgen. Dat deden zij omdat zij vonden dat er tussen vijfde en de vijftiende eeuw eigenlijk nauwelijks iets interessants was gebeurd. Deze ‘tusseneeuwen’ zagen zij als de ‘middeleeuwen’, iets dat niet het bestuderen waard was. Hun eigen tijd was in de ogen van die kunstenaars, schrijvers en geleerden echter een culturele bloeitijd, waarin de waarden uit de Oudheid opnieuw geboren werden. Daarom wordt ook wel gesproken van de ‘Renaissance’, het Franse woord voor ‘wedergeboorte’ [venster 19]. Inmiddels hebben onderzoekers het idee van de donkere Middeleeuwen bijgesteld. Na de Volksverhuizingen (400-600) herstelden de Franken het staatsgezag in West-Europa [venster 9]. Het christendom, dat aan invloed had verloren, kwam nu weer in het middelpunt van de samenleving te staan. Kloosters [venster 37] verzamelden boeken met klassieke en christelijke teksten en gingen functioneren als centra van geloof, cultuur en wetenschap. Aangezien veel hiervan te danken was aan Karel de Grote, staat deze ontwikkeling in de achtste en de negende eeuw bekend als de Karolingische Renaissance.
Rome van het noorden
Het plan van Karel was om de keizerlijke waardigheid te herstellen in wat ooit het westelijke deel van het Romeinse Rijk was geweest. Daarbij droomde hij van een hof (woning van een vorst) van aanzien en status. Hij wilde een hoofdstad die net zo mooi en groots was als het oude Rome! Zijn thuisgebied in de driehoek Luik, Maastricht, Aken kon hem dat eerst niet bieden. Met zijn hofhouding reisde hij daarom in dit gebied van ‘palts’ naar ‘palts’. Dit was een groot landgoed met daarop enkele stenen hoofdgebouwen. Steeds vaker koos hij voor de palts van Aken als zijn verblijfplaats. Hij liet er een zwembad aanleggen om in warm en geneeskrachtig water verlichting te vinden voor zijn lichaam, dat vermoeid was van de oorlogen en het vele reizen. Vanaf 794 groeide de palts van Aken uit tot zijn belangrijkste verblijfplaats. Planmatig bouwde hij hier aan zijn ‘Rome van het noorden’. Zo kwam er in 796 een paleiskapel die leek op voorbeelden uit het huidige Italië.
Drie werelden
Aan zijn hof koppelde hij in cultureel en wetenschappelijk opzicht het beste van drie werelden aan elkaar. Om te beginnen haalde hij uit York (tegenwoordig Engeland) Alcuinus als geleerde en adviseur. Deze Alcuinus werkte vooral in Tours, in het huidige Frankrijk, maar raakte eveneens verbonden aan de Sint-Servaaskerk in Maastricht. Als een soort minister van onderwijs zette hij bovendien een aantal scholen op. Ook liet hij een flink aantal teksten uit de Oudheid kopiëren. Verder schreef hij bijbelcommentaren, gedichten en schoolboeken. Ten tweede zorgde Karel ervoor dat Paulus Diaconus naar Aken kwam. Deze monnik uit ‘Italië’ werd net als Alcuinus een van de drijvende krachten achter de Karolingische Renaissance. Diaconus schreef onder andere gedichten. De geleerde en dichter Theodulf, ten derde, kwam uit ‘Spanje’. Hij durfde het om de machtige katholieke Kerk te bekritiseren: ‘Een bisschop, die zelf volgepropt zit met eten, moet niet proberen anderen ervan te weerhouden veelvraat te zijn’. In het bestuur van het Karolingische Rijk ontstonden ‘feodale’ verhoudingen. Daarbij kregen lokale mensen van adel het te zeggen over een bepaald gebied in dat rijk. Als ‘leenman’ moesten zij trouw zijn aan de koning, die hun ‘leenheer’ was.
Territoriale verbrokkeling
Tegenwoordig zouden we ‘land’ zeggen tegen een territorium. In het Maasland is er eeuwenlang sprake geweest van veel territoriale verbrokkeling, van een ‘lappendeken van landen’. Dit had vooral te maken met het uiteenvallen van het omvangrijke Karolingische Rijk na de dood van Karel de Grote. Hij kwam te overlijden in 814 en werd begraven in Aken. Hier, in de Domkerk, is in onze tijd de gouden schrijn met zijn stoffelijke resten nog altijd te zien. Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgde hem op. Onder zijn zwakke bestuur maakten diens drie zonen ruzie om de opvolging in het rijk dat Karel de Grote zo moeizaam veroverd had. Naar Frankisch gebruik verdeelde het drietal dit rijk in 843. Er kwam een West-Frankisch Rijk, een Middenrijk en een Oost-Frankisch Rijk. In het verdere uiteenvallen van het Karolingische Rijk speelde het Verdrag van Meerssen (870) een bepalende rol. Door dit overigens in Eijsden getekende verdrag, werd het Middenrijk verdeeld tussen het West-Frankische Rijk aan de ene kant en het Oost-Frankische Rijk aan de andere kant. De koning van Lotharingen, het Frankische Middenrijk, had namelijk geen wettige erfgenamen. Maar het Verdrag van Meerssen hield niet lang stand, waardoor de territoriale versnippering toenam. Over het algemeen hadden de Middeleeuwse koningen weinig gezag (macht om te bevelen) in de grensgebieden van hun rijk. Ook in het Maasland was dat het geval. Naast grotere vorstendommen zoals de hertogdommen Brabant, Gelder, Gulik, Kleef en Limburg, en bovendien het prinsbisdom Luik, waren er zogenaamde Rijksonmiddellijke gebieden zoals Gronsveld, Ryckholt en Wittem. Hertogen en graven hielden hun rechten in leen van de keizer (feodaliteit). Soms hadden zij ‘onderleenmannen’. Gebieden zoals Gronsveld vielen in principe rechtstreeks onder de keizer. Deze verbrokkeling zou lange tijd bepalend zijn voor de machtsverhoudingen in het Maasland.