Bossche stadsrechten

Rechten en regels voor de inwoners van de nieuwe stad

Hendrik I, hertog van Brabant, gaf stadsrechten aan een kleine groep kooplieden. Zij woonden bij ‘het bos van de hertog’ bij het dorp Orthen, niet ver van de Maas. Het stroomgebied van de Maas vormde de grens tussen het hertogdom Brabant en de graafschappen Holland en Gelre. Door vlak bij de rivier een stad te stichten, kon de hertog deze noordgrens beter verdedigen. Het was het begin van de stad ’s-Hertogenbosch.

Stadsrechten 
De hertog van Brabant verleende voorrechten aan de burgers in zijn nieuwe stad, die we stadsrechten noemen. De burgers van de stad kregen bijzondere rechten, maar kregen ook plichten opgelegd. Alle afspraken werden opgeschreven in een document.  

Omdat de stadsrechten steeds werden aangepast aan de snelle ontwikkeling van de stad, weten we niet precies in welk jaar ze voor het eerst zijn vastgelegd. Historici vermoeden dat het ergens tussen 1184 en 1196 moet zijn geweest. ’s-Hertogenbosch heeft altijd het jaar 1185 aangehouden. De Bossche stadsrechten behoren daarmee tot de oudste van ons land. In 1985 werd het 800-jarig bestaan van ’s-Hertogenbosch gevierd. 

De Bossche stadsrechten zijn heel uitgebreid. Het gaat om meer dan veertig afspraken. De burgers van de stad, ook wel poorters genoemd, overlegden hierover met de hertog en andere belangrijke mensen. De poorters mochten hun eigen bestuurders kiezen en markten houden. Ze hoefden ook bepaalde belastingen niet te betalen.  

Als je poorter wilde worden, moest je voorgoed in de stad komen wonen. Een poorter van ’s-Hertogenbosch kon alleen door Bossche rechters gestraft worden. Ruzies die tot vechten leidden, moesten worden gestopt. Voor misdrijven werden straffen vastgelegd.  

Stad 
Na de stichting rond 1185 groeide ’s-Hertogenbosch snel uit tot een belangrijke handelsstad. ’s-Hertogenbosch werd opgebouwd rond de driehoekige markt. Al na een eeuw was de stad negen keer zo groot geworden en moesten er nieuwe stadsmuren worden gebouwd. De stad zag er, mede door de stenen muren, anders uit dan de dorpen op het platteland. De huizen stonden dicht op elkaar en de mensen hadden andere beroepen zoals handelaar, ambachtsman of winkelier.  

Dorpen 
Hertog Hendrik en zijn opvolgers werden steeds machtiger. Ze voerden oorlogen tegen de graven van Gelre en Holland en schakelden zo hun tegenstanders uit. Ze sloten vriendschappen en huwelijken met anderen. En door het stichten van nog meer steden en het maken van afspraken met de adel van kleine plaatsen kregen ze steeds meer invloed in steden en dorpen in Brabant. Die dorpen kregen ook speciale rechten van de hertog. Zo kregen de bewoners van Rosmalen in 1300 gemeenschappelijke gronden van hertog Jan van Brabant. 

Wapen 
Het symbool van de nieuwe stad was het stadszegel. Dat was een soort stempel van de stad die in warme bijenwas werd gedrukt. Dit zegel werd aan belangrijke documenten gehangen. Het zegel van ’s-Hertogenbosch laat één grote en twee kleine bomen zien, als teken van de naam van de stad: ‘Bosch’. De oudste afdruk van het stadszegel van ’s-Hertogenbosch komt uit ongeveer 1240.  

Nu nog steeds gebruiken Bosschenaren het beeld van de boom. Het heeft een voorname plaats in het wapen van de gemeente ’s-Hertogenbosch. In de loop van honderden jaren zijn nog meer tekens aan het wapen toegevoegd: vier leeuwen, een adelaar, een hertogshoed en ook twee wildemannen die het stadswapen vasthouden. Maar de boom van ’s-Hertogenbosch, daar is het allemaal mee begonnen. Die herinnert aan de stichting van een stad door de hertog bij zijn bos.