Wat maakt hen bijzonder? Van Tweevoren zou je gerust kunnen zeggen dat het destijds experimentele woningbouw was. Allemaal hadden ze een basisvierkant van 7×7 (later werd dat 7×7.70m) en drie lagen, ontworpen door architect Benno Stegeman. Er zijn twee types: schakelwoningen met garage en sokkelwoningen. Boven elk trappenhuis, dat boven het bouwblok uitsteekt, zit een groene koepel. De schakelwoningen hadden een garage onder hun huis, als een soort kelder. Bij de sokkelwoningen bestaat de onderlaag enkel uit entree, wc, berging en trap.
In het vroegere heidegebied zijn grachten aangelegd om de waterhuishouding in goede banen te leiden. De wijk Tweevoren ligt hoger dan het omliggende gebied. Dat maakt dat er een stelsel van voetpaden en trappetjes door de wijk loopt. Sommige huizen zijn alleen op die manier te bereiken. Binnen de wijk zijn een aantal parkeerhoven voor bewoners die zelf geen parkeerkelder hebben.
Met de bouw van de 180 woningen aan de Refelingse Erven, ontworpen door architect André van Bergeijk, werd in 1971/1972 gestart. De een had het over geschakelde herenhuizen, een ander noemde het ‘De blokkendozen’. Het waren voor het oog, vierkante blokken. In beginsel waren er een aantal verschillende types. Het verschil zat hem in de grootte. De huizen lenen zich voor verbouwingen, wat ook veelvuldig is gedaan en nog steeds gebeurt. Geen enkel huis is hetzelfde aan de binnenkant. Doordat men vaak beneden een slaap- en badkamer heeft, zijn dit levensbestendige woningen geworden.
Het Puyven is een soortgelijke wijk. Het stratenstelsel zorgt er daar voor dat het wat geordender oogt. In de Refelingse Erven heb je delen die niet voor doorgaand verkeer bedoeld zijn, maar alleen voor bewoners.
Overal in Nuenen-zuid is veel groen. Er zijn scholen en het winkelcentrum Kernkwartier ligt voor allen op loopafstand. De stad Eindhoven is voor alle wijken goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De bus rijdt via de Refeling, Brabantring, Arnold Pootlaan en Geldropsedijk, richting de A270.