Mussenklem
In het verleden waren er zoveel mussen, dat er zelfs sprake was van overlast. Vooral het rijper wordende graan werkte als een magneet op de mussen. In grote groepen streken zij op de akkers neer. De boeren waren hier vanzelfsprekend niet blij mee en troffen zo hun maatregelen. In de 19e eeuw werden zogenaamde mussengildes actief op het eiland. Zij kochten dode mussen en eieren op. Zo werden in Ouddorp over 1920 door het mussengilde maar liefst 15000 mussen opgekocht. Kinderen konden een centje bijverdienen door eieren uit nestjes te halen of met een mussenklem mussen te vangen. De investering van de klem had je snel genoeg terugverdiend.
-
Romeinen in ons land
Ongeveer tweeduizend jaar geleden veroveren de Romeinen uit Italië vele landen in Europa en Noord Afrika. Zo ontstaat het grote Romeinse Rijk. Ook de zuidelijke helft van Nederland hoort bij dit rijk. Van 47 tot ongeveer 400 na Christus is Nederland ten zuiden van de rivier de Rijn van de Romeinen.
-
De Limes
Tweeduizend jaar geleden trekken Romeinse soldaten Nederland binnen. In Nederland wonen dan al mensen: de Germanen. Die vechten natuurlijk terug. De Romeinen komen niet verder dan de rivier de Rijn. De Rijn wordt de noordgrens van het Romeinse Rijk. In het Latijn, de taal van de Romeinen, heet zo'n grens de 'Limes'.
De Rijn is een perfecte grens. Hij is goed te verdedigen, want de vijand komt er niet makkelijk langs. Langs de oevers van de Rijn bouwen de Romeinen forten, wachtposten en legerkampen. Zo verdedigen ze hun rijk tegen aanvallen van hun vijanden uit het noorden.
-
Romeinse wachttorens
Overal langs de Limes bouwen de Romeinen forten, wachtposten en legerkampen om hun rijk te verdedigen tegen de Germaanse stammen uit het noorden. Om de paar kilometer zetten de Romeinen wachttorens neer. Die staan precies zover uitelkaar, dat de soldaten naar elkaar kunnen seinen. Zo waarschuwen ze elkaar voor de vijand.
In de meeste Romeinse legerkampen wonen een paar honderd Romeinse soldaten. Maar bij Nijmegen bouwen de Romeinen een kamp voor maar liefst 2 legioenen. Dat zijn wel 12.000 soldaten!
Je kunt vast bedenken wat een indruk die maken op de Germanen: 12.000 getrainde Romeinse soldaten met blinkende helmen, schilden en zwaarden.
Het kamp heet Noviomagus. De Romeinen bouwen het op een heuvel. Zo hebben ze een goed uitzicht over de omgeving en kunnen ze vijanden al van verre zien aankomen.
-
Een ijzersterk leger
De Romeinen hebben een groot en sterk leger. Het is het eerste echt goed georganiseerde beroepsleger. Romeinen vechten als georganiseerde groep. Zo zijn ze ijzersterk en winnen van iedereen. Het Romeinse Rijk is natuurlijk niet vanzelf zo ontzettend groot geworden.
De Romeinen vechten niet zomaar. Ze hebben eerst goed nagedacht en een plan gemaakt. Het leger is verdeeld in legioenen. Een legioen bestaat uit 6000 soldaten.
De soldaten moeten gehoorzaam zijn aan de leider. Ook moeten ze in een goede conditie zijn. Daarom lopen ze heel veel en ver. Dat doen ze in een strakke rij, met hun zware uitrusting aan.
Tijdens een gevecht staan de Romeinse soldaten in drie rijen opgesteld. De Romeinen beschermen zich met hun schilden.
Worden ze van alle kanten aangevallen? Dan gaan ze in een vierkant staan en houden ze hun schilden dicht tegen elkaar aan. Tussen hun schilden steken ze hun speren uit.
En worden ze met pijl en boog aangevallen? Dan houden ze de schilden boven hun hoofden, zodat ze niet door de pijlen van de vijand geraakt worden.
-
Soldaat in het Romeinse leger
In het hele Romeinse Rijk houden soldaten de boel goed in de gaten. Ook in Nederland zijn er duizenden Romeinse soldaten. Er zitten ook Germanen in het Romeinse leger. Je verdient er namelijk veel geld en je hebt dan veel aanzien.
Een Romeinse soldaat is goed getraind. Hij heeft een blinkende helm op en draagt een harnas op zijn borst. Verder heeft hij een wollen hemd en een korte mantel aan en loopt hij op sandalen. Die sandalen hebben noppen onder de zolen. Zo kun je niet zomaar uitglijden. Voor het vechten heeft de soldaat een zwaard en een speer. Ook heeft hij een schild om zichzelf te beschermen.
-
De Bataven
De Bataven zijn een van de Germaanse stammen. Ze wonen op Bataveneiland of Betuwe, ten zuiden van de Rijn, op Romeins grondgebied. Ze leven in vrede met de Romeinen. Veel Bataafse mannen zijn zelfs soldaat in het Romeinse leger.
Maar dan besluit de Romeinse keizer dat alle Bataven in dienst moeten in het Romeinse leger. Ze hebben geen keus. Daar zijn de Bataven het niet mee eens. De 'Bataafse Opstand' begint.
De leider van de Bataven is Julius Civilis. Hij weet veel van oorlog voeren af, want hij was heel lang soldaat in het Romeinse leger. Dat komt nu goed van pas. De Bataven zijn sterk. Toch worden de Bataven na een paar maanden door de Romeinen verslagen. Julius Civilis wordt sinds die tijd wel gezien als een held, die voor de vrijheid van de Bataven heeft gevochten.
-
Een Romeins schip
De Rijn is niet alleen een perfecte grens. De rivier is ook erg handig om spullen over te vervoeren. Per boot vervoeren de Romeinen hun voorraden af en aan. Bij Woerden hebben archeologen de resten van zo'n Romeins schip opgegraven. Het is zo'n 30 meter lang.
-
Alle wegen leiden naar Rome
Ken je de uitdrukking 'Alle wegen leiden naar Rome'? De Romeinen leggen in heel hun rijk wegen aan van steen. De soldaten kunnen zich zo gemakkelijk verplaatsen naar iedere uithoek, om de rust te bewaren en het Romeinse rijk bijeen te houden. Al die wegen leiden uiteindelijk naar... Rome, de hoofdstad van het Romeinse Rijk.
Wegen van steen zijn heel bijzonder in die tijd. De Germanen hebben geen verharde wegen, maar kronkelpaden van zand. Ook hun bruggen zijn niet van steen, maar van hout.
-
Een mijlpaal
Dit is een Romeinse mijlpaal. Mijlpalen waren wegwijzers, de ANWB-borden van die tijd. Wij gebruiken het woord nu ook nog steeds, maar dan voor een belangrijke gebeurtenis in je leven. Je zwemdiploma halen is bijvoorbeeld een mijlpaal.
-
Goede spullen
De Romeinen maken veel goede spullen. Hierdoor is er ook veel goed bewaard gebleven, zoals dit Romeinse badolieflesje bijvoorbeeld. Het ziet eruit alsof je het nu nog gewoon in de winkel zou kunnen kopen. Maar het is wel tweeduizend jaar oud!
We weten nu zoveel over het Romeinse Rijk omdat er uit die tijd zoveel goed bewaard is gebleven. Archeologen graven nu (tweeduizend jaar later) langs de Limes nog steeds spullen op uit de Romeinse tijd. Niet zo lang geleden vonden ze bijvoorbeeld de resten van een wachttoren en twee schepen bij Leidsche Rijn, een nieuwe wijk van Utrecht.
-
Veel geleerd!
De Romeinen zijn hun tijd ver vooruit. Ze nemen allemaal dingen mee die de mensen hier nog niet kennen. De Romeinen betalen bijvoorbeeld met geld. Dat is nieuw in die tijd, want de Germanen betalen elkaar door spullen te ruilen.
Behalve geld nemen de Romeinen nog veel meer spullen mee die nieuw zijn voor de mensen hier. Wat dacht je van spiegels, messen en glas bijvoorbeeld? Of van kippen of vruchten uit Zuid-Europa, zoals perziken, vijgen en druiven? Die kennen we nu allemaal dankzij de Romeinen!
De Romeinen bouwen hier ook de eerste echte stevige huizen van steen, met dakpannen. En ze leggen de eerste rioleringen aan.
Ook leren de Romeinen de Bataven schrijven. Met een stylo, een soort pen, schrijven ze in was. Veel woorden die we nog altijd gebruiken, stammen uit de Romeinse tijd: kasteel van castellum, straat van via strata, en nog veel meer.
Vensterplaat Romeinse Limes. Voor docenten: Vensterles groep 5-8. Illustratie: Robbert Damen.
Vensterplaat