In oude glorie hersteld

Burgemeester Van Sandick en de restauratie van Buren

'Woonellende in historisch Betuws stadje' zo kopt het Gelders Dagblad in 1964. In hetzelfde jaar schrijft Vrij Nederland over de eens zo prachtige muurhuizen die nu 'wegens vergaande verrotting' dienst doen als stal. Buren biedt een troosteloze aanblik, de huizen staan op instorten, de mensen leven onder deplorabele omstandigheden.

Als deze wantoestanden publiekelijk aan de kaak worden gesteld is burgemeester R.A. van Sandick al vele jaren bezig om iedereen er van te overtuigen dat Buren gerestaureerd moet worden. Allereerst Den Haag waar een hoge ambtenaar hem kort na zijn aantreden in 1946 nog heeft geadviseerd om de hele boel maar 'plat te schuiven'. Restauratie is tenslotte veel duurder dan nieuwbouw en met de naoorlogse woningnood staat investeren in het verleden niet hoog op de agenda. Daarnaast is ook de gemeenteraad halsstarrig en vooral heel zuinig. Toch slaagt Van Sandick erin, onvermoeibaar en gedreven door zijn missie, de restauratie van Buren van de grond te krijgen.

Voorbeeldproject

Vooruitlopend op alle later tot stand gekomen subsidieregelingen gaat hij samen met de Rijksdienst Monumentenzorg en de beste restauratiearchitecten voortvarend aan de slag. Huizen worden opgekocht, in kaart gebracht en stukje voor stukje wordt de stad heel zorgvuldig gerestaureerd en aangesloten op riolering en waterleiding. Vanaf het midden van de zestiger jaren worden de resultaten zichtbaar. Voor zowel Rijk als provincie is de restauratie van Buren een voorbeeldproject. De huidige schoonheid van de stad is te danken aan deze voortvarende burgemeester die uiteindelijk de waardering krijgt die hem toekomt. In het Monumentenjaar 1975 wordt Buren gekozen tot 'Lichtend Voorbeeld' en krijgt de stad een speciale gedenkpenning uit handen van prins Claus.

'Wat het woningvraagstuk betreft, hierbij moet het historische karakter van Buren bewaard blijven.'

Burgemeester R.A. van Sandick bij zijn installatie in 1946

 

Auteur: Klaas Tammes