Lokaal bestuur
Lange tijd werden dorpen en steden bestuurd door de adel en de geestelijkheid. Toen Nederland aan het einde van de achtiende eeuw onder het bewind kwam van de Fransen, veranderde dit. De Fransen richtten gemeenten in waarin burgers zelf het plaatselijk bestuur vormden. Dit sloot aan bij het ideaal van de Franse Revolutie waarin werd gestreden voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. Napoleon, de Franse keizer, had de wens om het bestuur van zijn gebied zo efficiënt mogelijk in te richten. Voorheen noteerden de kerken de namen van de mensen in doop-, trouw- en begrafenisregisters. Vanaf het begin van de negentiende eeuw gingen de gemeenten deze zaken bijhouden in de Burgerlijke Stand. Vandaar dat wij tot op de dag van vandaag hiervoor naar het gemeentehuis moeten.
Het huis der gemeente
Ede, Lunteren, Otterlo en Bennekom werden in 1818 samengevoegd. In eerste instantie vergaderden de burgemeester en zijn medewerkers in een herberg. Maar op een gegeven moment ontstond de behoefte aan een permanente plek. Daarom werd in 1864 een gebouw gekocht aan de Grootestraat, die nu Notaris Fischerstraat heet. Dit werd het eerste gemeentehuis. Het huidige gemeentehuis is gebouwd tussen 1972 en 1977.
Het bestuur van de gemeente
De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde in de gemeente. Het is zijn taak om overlast en ordeverstoringen tegen te gaan. Hij moet gevaar voorkomen en zorgen dat het dagelijks leven niet wordt verstoord. Hij heeft gezag over de politie en bestuurt met anderen de brandweer. Het besturen van de gemeente doet hij samen met de wethouders. Samen vormen zij het college van burgemeester en wethouders. In tegenstelling tot wat nog wel eens wordt gedacht, zijn zij niet de baas van de gemeente. Dat is de gemeenteraad die bestaat uit vertegenwoordigers van de inwoners van Ede. De gemeenteraadsleden worden een keer in de vier jaar bij de lokale verkiezingen gekozen. Of het gaat om de bouw van de openbare scholen, het verlenen van een vergunning voor een popconcert of het ophalen van huisvuil: de raad beslist.
Verder lezen:
Hijink, Martin J. De heilzame bedoelingen van Koning Willem I. De bestrijding van de stuifzanden op de Veluwe na 1800: over de verordeningen, het toezicht op en de uitvoering van de maatregelen. (Gemeentearchief Ede, 2009). Historische Berichten, nr. 3. 62 blz. ISBN 9789079623051.