Na 1852 wordt de stokerij een bloeiende, internationale onderneming. De Culemborgse jenever vindt gretig aftrek in Zuid- en Noord-Amerika, Afrika en Nederlands-Indië. Op de Veerweg ontstaat een hele verpakkingsindustrie. Met een glasfabriek voor de productie van jeneverflessen, een kistenfabriek en mandenmakerij om de flessen te kunnen verschepen naar verre bestemmingen. De eigen rederij van de Hoytema's verscheept de drank per radarboot over de Lek naar de nieuwe Rotterdamse zeehaven. Vandaar worden de flessen geëxporteerd naar de verschillende werelddelen, vooral West-Afrika.
De jeneverstokerij is vermoedelijk gesloten vóór 1930. De glasfabriek al in de Eerste Wereldoorlog. In 1920 zijn de merknamen verkocht aan een Schiedamse fabrikant.