De Sint-Jan

Verering van Maria

In de middeleeuwen was de Sint-Jan een belangrijke kerk in ’s-Hertogenbosch. De kerk was erg groot voor die tijd en mooi versierd met beeldhouwwerken. Een van de beelden trok in het bijzonder de aandacht: het beeld van de Zoete Moeder. Er deden veel wonderverhalen de ronde over dit Mariabeeld, wat ervoor zorgde dat veel pelgrims de kerk kwamen bezoeken.

De bouw 
Niet lang na de stichting van de stad, rond 1220, werd een kleinere kerk in romaanse stijl op de plaats van de huidige Sint-Jan gebouwd. Zo’n anderhalve eeuw later ontstond het idee om de Sint-Jan uit te breiden. In die tijd was de stadsbevolking door de toegenomen handel gaan groeien. Een grotere kerk was handig omdat er meer gelovigen in pasten, maar het gaf ook meer uitstraling aan de groeiende stad. 

In 1350 begonnen de uitbreidingswerken die de Sint-Jan het indrukwekkende uiterlijk en formaat gaven zoals we hem vandaag de dag kennen. Van de romaanse kerk bleef alleen de toren staan en een nieuwe kerk in gotische stijl verrees. Honderdvijftig jaar lang bouwden de Bosschenaren aan hun nieuwe kerk. Deze werd rijkelijk versierd met beeldhouwwerk uit natuursteen. 

De toren 
Het plan om de oude romaanse kerktoren te vervangen bleek te duur. Daarom werd rond 1500 besloten om als tijdelijke oplossing de oude romaanse bakstenen kerktoren te laten staan en er een aantal verdiepingen bovenop te bouwen.  

In 1584 brak er in de Sint-Jan brand uit door een blikseminslag. Het overgebleven geld ging op aan de verbouwing van de kerk dus de plannen voor een nieuwe toren werden nooit uitgevoerd. 

Zoete Moeder 
Tijdens de bouw van de Sint-Jan in 1380 werd in de kathedraal een oud houten beeld van Maria gevonden. Dit Mariabeeld werd de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch genoemd, of afgekort de Zoete Moeder. Het verhaal gaat dat een knecht het beeld wilde gebruiken als brandhout, maar dat zijn baas dat verhinderde. Het beeld werd destijds dus niet als waardevol of mooi gezien. Er werden zelfs grappen over gemaakt. Maar in de loop van tijd werden er steeds meer wonderverhalen over het Mariabeeldje verspreid. Zo zouden zieke mensen door een bezoek aan het beeldje worden genezen. 

Pelgrims kwamen van heinde en verre om de Zoete Moeder te vereren. Ze hoopten zelf een wonder mee te maken nadat ze het beeld hadden bezocht. Zo’n reis heet een bedevaart. De Zoete Moeder-bedevaart maakte van ’s-Hertogenbosch een belangrijke plek. De Bosschenaren verdienden ook geld aan al deze gasten. Het zou best kunnen dat de wonderverhalen soms wat werden aangedikt om meer pelgrims naar de stad te trekken. De Zoete Moeder is nog steeds te zien in de Sint-Jan, waar ze een eigen kapel heeft. 

Zwanenbroeders 
De verering van Maria in Den Bosch kende al een langere geschiedenis. Zo werd in 1318 ter ere van Maria de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap opgericht, beter bekend als de Zwanenbroeders. De broederschap groeide al snel uit tot een grote groep met leden in heel Europa. De broeders waren vaak rijke mensen die veel geld uitgaven om de Sint-Jan nog mooier te maken. Zo lieten ze de bekende kunstenaar Jeroen Bosch schilderijen voor hen maken. Ook werden er koorboeken met mooie tekeningen voor de broederschap gemaakt. 

Toen ’s-Hertogenbosch tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) in de handen viel van de protestanten, bleven de Zwanenbroeders bestaan. In 1641 vroegen de protestanten zelfs om lid te worden. Vanaf die tijd bestaat de broederschap uit achttien katholieke en achttien protestantse leden. Een van de bekendste leden van de huidige broederschap is koning Willem-Alexander. Het Zwanenbroedershuis in de Hinthamerstraat is nu een museum en kan je nog altijd bezoeken. Het hoogtepunt van de activiteiten van de Zwanenbroeders is het jaarlijkse feest dat zij organiseren, dat onder andere bestaat uit gezamenlijk eten, muziek en dans.