De Heren van Kuinre waren ridders maar anderen vonden hen rovers. Zij leefden in de tweede helft van de Middeleeuwen, in een tijd waarin veel gehandeld werd tussen de Hanzesteden. In de Noordoostpolder zijn resten gevonden van twee burchten. Deze kastelen stonden aan beide kanten van de oude rivier de Kuinder of de Tjonger.
De oudste burcht werd gebouwd rond 1200. Maar toen de Zuiderzee steeds groter werd, dreigde het kasteel te worden weggespoeld. De Heren van Kuinre moesten verhuizen. Even verderop bouwden ze een nieuw kasteel. Hoe die kastelen er precies uitzagen weten we niet. In de polderbodem zijn resten van fundamenten en voorwerpen als wapens, potten en bekers teruggevonden.
De Heren van Kuinre waren niet geliefd bij de handelaren van de Hanzesteden. De 'heren' namen soms de vracht of het schip van de handelaren in beslag. In ruil voor losgeld konden ze hun eigendommen terugkrijgen. De handelsschepen waarvan de Hanzesteden gebruikmaakten worden ook wel koggen genoemd. In Flevoland zijn zo'n vijftien wrakken gevonden van deze koggeschepen. Waarschijnlijk zijn deze schepen tijdens een storm vergaan of aan de grond gelopen.
Foto: munten van Kuinre. Collectie Geldmuseum, Utrecht