Pinksterpoppen

Burense kwajongensstreken

'Zulk een meisje vindt op die morgen een pop van stro of andere misselijke figuur op het hek, dat zij doormoet', vertelt een reiziger die in het begin van de 19e eeuw door de omgeving trekt. Volgens dit oude gebruik trekken groepen jongens er in de Pinksternacht op uit om stropoppen te plaatsen bij mooie meisjes die in hun ogen te kieskeurig zijn of de mannen een blauwtje hebben laten lopen.

Overal verdwijnt het gebruik, behalve in Buren, daar komt het terug in verschillende varianten. Een pinksterpop op het huis betekent begin 20e eeuw niet veel goeds voor een van de bewoners. Deze is iets te vaak gesignaleerd met de man of vrouw van een ander. Om wie het gaat, is meteen duidelijk, maandenlang is eraan gewerkt om dit zo gedetailleerd mogelijk weer te geven. Door de pop goed vast te sjorren aan het huis, liefst aan de schoorsteen hoog op het dak, heeft iedereen uit dit kleine stadje de tijd zich te vergapen aan het spektakel.

Mooie meiden

Het oude gebruik van kieskeurige mooie meiden houdt stand. Menig Burense vrouw heeft nog een Pinksterpop op haar huis gehad. Was het een compliment? Uiteindelijk bedelden zij er zelfs om. Maar als ook echtparen die niet snel genoeg kinderen krijgen worden verblijd met een babypop in kinderwagen en kwajongens alleen maar poppen plaatsen om de politie op stang te jagen, is het snel afgelopen en resten ook van dit bijzondere volksgebruik alleen nog de verhalen.

Auteur: Coosje Berkelbach