De grote stadsbrand van Goede Vrijdag, 19 april 1527 heeft bijna alle sporen van deze kerk uitgewist. Achter het orgel zien we nog een stuk torenmuur uit 1200 en bij restauratie in 1990 ontdekte men een middeleeuws wijwaterbakje in een pilaar. Boven de ingang aan de kant van het plein bevindt zich een ruimte waar tot 1868 de Latijnse school huisde. In de middeleeuwen was het de ruimte waar gevangenen en/of melaatsen de mis konden volgen. De kerk werd na 1527 herbouwd en uitgebouwd tot een driebeukige hallenkerk. In 1591 kwam dit gebouw in handen van de hervormden, toen ook de reformatie in Doetinchem was gekomen.
Grafmonument
Oud zijn in de kerk de eikenhouten preekstoel uit 1774, de aankondigingsbordjes uit 1723, de grafzerken en een marmeren grafmonument voor burgemeester Q.M. Ver Huell en zijn vrouw. Het werd in 1829 opgericht door Carel Hendrik Ver Huell, de admiraal van Napoleon, ter nagedachtenis aan zijn ouders. In 1610 kreeg de kerk zijn eerste orgel dat ruim drie eeuwen dienst deed tot de ramp van 1945. Nu staat er een prachtig Flentroporgel dat om zijn klank geroemd wordt.
Bombardement
De Catharinakerk werd op 21 maart 1945 ten gevolge van het bombardement van de binnenstad door brand verwoest. Men bouwde de kerk na de oorlog eerst zonder toren weer op. In 1950 kon de kerk weer in gebruik worden genomen. In het koor kwamen bij de restauratie drie prachtige gebrandschilderde ramen, een geschenk van dr.J. van Heek. De toren, 58 meter hoog, werd pas later tegen de kerk aan gezet, in plaats van zoals oorspronkelijk erin. In 1963 was de torenbouw voltooid met daarin een door de burgerij geschonken carillon.
In de kerk krijgt men door glazen platen in de vloer een beeld van de verwoesting uit 1945. Tegenwoordig wordt de kerk ook gebruikt voor allerlei niet-kerkelijke activiteiten.
Literatuur:
Sint Catharinakerk, Doetinchem, T.J. Rougoor, Doetinchem 1984
Doetinchem in de loop der eeuwen, G. Blankestein, Doetinchem 1978