De enorme omvang van de oorlogsschade in dit gebied dwong het rijk tot het ontwikkelen van een visie en het formuleren van ambities. Verregaande modernisering was nodig. Dat betekende mechanisatie, specialisatie en schaalvergroting. Voortaan werden boerenbedrijven ook gesaneerd. Tussen 1941 en 1971 werden in het Gelderse rivierengebied vijftien ruilverkavelingen in stemming gebracht: 80.000 hectare landbouwgrond. Maar liefst 423 agrarische bedrijven werden verplaatst. Het aantal kavels halveerde van 43.247 naar 21.499. Via landbouwvoorlichting werden boeren bijgespijkerd in de nieuwste technieken en voorbereid op de omschakeling naar gespecialiseerd bedrijf.
Ruilverkaveling
Transformatie van het landschap in het rivierengebied
Al begin twintigste eeuw hadden moeilijke productieomstandigheden voor boeren de aanleiding gegeven voor een bijzondere vorm van landbouwvernieuwing: de ruilverkaveling. De ruilverkaveling Maas en Waal-West verschilde echter van eerdere projecten door de enorme schaal, het ging om bijna 8.500 hectare. Voor het eerst werden boerderijen verplaatst, krotten geruimd, ook werd waterleiding aangelegd en een elektriciteitsnet opgezet. Ruilverkaveling werd een instrument voor kwaliteitsverbetering van het leefklimaat in de streek.