Na een actie in Bussum arriveert een wagon met katten per spoor in het dorp. Iedereen die wil mag er een of twee meenemen. De muizenplaag is vervelend. Veel erger is de enorme schade.
Geplunderd
Bijna de helft van alle huizen en boerderijen is totaal verwoest. De rest is beschadigd. Het dorp is geplunderd door geallieerde soldaten. Aan bijna alles is gebrek: kleding, huisraad, stenen en glas. Geen ruit is meer heel. Mensen keren terug van hun evacuatie-adres. Blij dat ze thuis zijn. Maar boos en verdrietig over wat ze aantreffen. Met man en macht ruimt men puin op. Overal liggen mijnen en niet ontplofte granaten. Stinkende kadavers van vee worden opgeruimd.
Noodwoningen
Mensen wonen in kippenhokken, kelders, schuurtjes of in een bewoonbaar deel van een huis. Wat later worden de eerste noodwoningen gebouwd. Van heinde en verre komen er bouwvakkers naar Groesbeek. Hulpacties worden op touw gezet. Het verwoeste dorp kruipt overeind.
Bronnen en verder lezen:
- G.G. Driessen, Groesbeek 1945-1950. Dorp der verwoesting herrijst (Nijmegen/Groesbeek 1982).
Rechten
Vereniging Heemkunde Groesbeek, CC-BY-NC