Willem III van Oranje had van 1672 tot 1702 de leiding over de provincies Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. Hij benoemde sinds 1675 het Nijmeegse stadsbestuur, maar hij koos hiervoor steeds vrienden en familie uit. Dat vonden veel Nijmegenaren niet eerlijk.
Na de dood van Willem III in 1702 wilden de door hem benoemde regenten (de Oude Plooi) voor altijd in het stadsbestuur blijven zitten. De belangrijke Nijmeegse families die sinds Willem III niet meer in het stadsbestuur hadden gezeten (de Nieuwe Plooi), kwamen in opstand. Ze zetten het hele bestuur af en kozen nieuwe bestuurders.
Korte tijd later kwam de Oude Plooi met behulp van het leger weer aan de macht. Maar in 1703 wist de Nieuwe Plooi het stadhuis terug te veroveren. Burgemeester Willem Roukens en zes van zijn medestanders werden uit de stad verbannen. Die besloten daarop met hulp van een knokploeg het stadhuis aan te vallen, maar zij werden door de Nieuwe Plooi nog delfde dag met geweld verdreven. Hierbij vielen drie doden. De Nieuwe Plooiers waren zo boos over deze aanval, dat ze vijf van de overvallers ophingen aan de ramen van de raadszaal, nu de Trèveszaal. Ook nam de Nieuwe Plooi Willem Roukens gevangen, die de volgende dag werd onthoofd.