Zijn boeken en ideeën waren bekend in heel Europa. Vooral zijn toespraak uit 1706 over verdraagzaamheid en vrijheid van godsdienst maakte indruk. Hij vond dat iedereen zelf mocht uitmaken óf en wát hij geloofde. Een zeer modern standpunt voor die tijd.
Gerard studeerde rechten in Nijmegen en vanaf 1668 achtereenvolgens ook in Leiden, Utrecht en Franeker. Toen hij klaar was, ging hij in 1669 terug naar Nijmegen, waar hij als advocaat aan het werk ging. Hij was zo goed dat hij op 24-jarige leeftijd hoogleraar werd aan de Nijmeegse universiteit. Toen de universiteit in 1679 dicht ging, vertrok Gerard voorgoed uit Nijmegen. Eerst ging hij als hoogleraar naar Franeker, vervolgens naar Utrecht en tenslotte naar Leiden. Daar bleef hij tot zijn dood in 1725 lesgeven.