De markeboeken, een verzameling van besluiten en brieven, starten begin zestiende eeuw. De verzameling bevat nog enkele oudere fragmenten, waarvan de oudste uit 1480. Het gaat over een geschil tussen Ruurlo en Harreveld over het gebruik van het Ruurlose Broek.
Het Ruurlose Broek was een aparte Marke en persoonlijk eigendom van de landsheer. Dat varieerde van de hertogen van Gelre tot uiteindelijk het Oranjehuis. De heer van Ruurlo vormde zijn plaatselijke vertegenwoordiger. De boeren van Ruurlo hadden er wel bepaalde rechten maar geen stemrecht.
Het stemrecht of de "waard" in de Marke was in handen van de zogenoemde "gewaarde erven". Dat waren de erven die bij het ontstaan van de Marke bestonden, dus de oudste erven in Ruurlo. Families als Lievestro, Berenschot, Elschot, Ter Haar, De Vente, Rijkenbarg, Te Winkel, Ribberts en Langenberg waren stemgerechtigde erven in de Marke van Ruurlo. In totaal ging het om 47 gewaarde erven, blijkt uit latere stukken.
Het lijkt erop dat zo ongeveer alle boerderijen in Ruurlo van oorsprong horig waren aan de graven/hertogen van Gelre. In de loop van de vijftiende eeuw worden de meeste uit de horigheid ontslagen en worden de horige verplichtingen vervangen door een soort erfthyns.