De stad Groningen wordt veroverd en vormt samen met de Ommelanden het gewest Stad en Lande - één van de gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Na jarenlange voorbereiding slagen de aanvoerders van het Staatse leger, prins Maurits en diens neef graaf Willem Lodewijk erin, in 1594 de stad Groningen te veroveren. De heren van de Ommelanden hopen dat zij voor hun trouw worden beloond. Niets ervan! Geen afschaffing van het stapelrecht! Geen andere positie van de Hoofdmannenkamer! Geen apart Ommelander gewest! De Staten-Generaal besluiten dat er één gewest als militaire rugdekking in het noordoosten van de Republiek komt: stad Groningen en Ommelanden, in de wandelgang Stad en Lande genoemd. In de provinciale statenvergadering krijgen beide leden ieder een stem, zodat er altijd eenstemmigheid nodig is. Iets dat meestal niet wordt bereikt en dat tot eindeloos gesteggel leidt. Willem Lodewijk wordt stadhouder. De calvinisten krijgen een bevoorrechte positie. Alleen zij kunnen in het bestuur komen en hun religie wordt de officieuze staatsgodsdienst (de gereformeerde kerk). Het is niet verboden om een ander geloof te belijden, maar dat mag niet in het openbaar tot uiting komen. Op alle kloostergoederen wordt beslag gelegd en de inkomsten komen ten goede aan het nieuwe bewind.
Afbeelding: Herdenkingsplaat van de Reductie, 1894, litho Erven B. v.d. Kamp (Collectie RHC Groninger Archieven 1536-2787)