In de 14e en 15e eeuw kenden Groningen en Friesland partijtwisten, waarvan eigenlijk niemand precies weet hoe de vork in de steel zit. Tijdens de periode van de 'Friese vrijheid' streden hoofdelingen, abten en Stadjers met elkaar om de macht in wisselende coalities. De partijen werden Schieringers en Vetkopers genoemd, maar het is onduidelijk wie waar voor stond. Schieringers zouden zijn vernoemd naar de 'Schiere monniken', de cisterciënzers. Vetkopers verwijzen naar de kloosterorde der norbertijnen, die bekend stonden om de veeteelt. De Vetkopers voerden de boventoon. Bij Oxwerd versloegen de Vetkopers de Schieringers in wat bekend staat als de Slag bij Oxwerd.
In 1498 vond bij Oxwerd wederom een veldslag plaats, waarin hertog Albrecht van Saksen de strijd aanbond met de stad Groningen. De strijd staat ook wel bekend als de Saksische oorlogen. Albrecht was benoemd tot gouverneur van Friesland en probeerde vervolgens ook de stad Groningen en Ommelanden te onderwerpen. Samen met zijn zoon hertog George van Saksen wilde hij de stad tot overgave dwingen door de voedselaanvoer over het Reitdiep te blokkeren. Daarom lieten ze in 1501 bij de Aduarderzijlen een sterk blokhuis of schans bouwen. Het stadse leger was niet bij machte om de schans te ontzetten. Pas nadat Karel van Gelre een verbond sloot met de stad en te hulp kwam, kon de schans worden veroverd. In 1515 kwam een einde aan de strijd.