De Scheepjeskerk

Hernieuwde vrijheid voor rooms-katholieken

Op 20 augustus 1855, de feestdag van de Heilige Bernardus, werd in buurtschap Groenendijk (Hazerswoude) een rooms-katholieke kerk ingewijd. Deze Bernarduskerk verving de eeuwenoude Nicolaaskapel, die veel te klein en bouwvallig was geworden. Op de kapel had een windvaan gestaan in de vorm van een schip. Het was een symbool van de Heilige Nicolaas, beschermer der schippers. De Bernarduskerk kreeg ook zo’n windvaan op de toren en ging daarom in de volksmond ‘Scheepjeskerk’ heten. De ingebruikname van deze kerk viel samen met een opbloeiend rooms-katholiek verenigingsleven.

Eindelijk weer in het volle licht

De bouw van een nieuwe rooms-katholieke kerk was in de tweede helft van de negentiende eeuw niet uitzonderlijk: dat gebeurde overal in Nederland. Eindelijk, na eeuwen van protestantse dominantie, mochten rooms-katholieken weer eigen kerken bouwen. Vanaf het eind van de zestiende eeuw waren ze ernstig beknot geweest in het openlijk belijden van hun geloof. Hun kerken waren in protestantse handen gekomen en de eucharistieviering werd alleen gedoogd in woonhuizen en schuren die niet als kerk herkenbaar waren. Er waren wel priesters, maar die reisden onopvallend door hun ‘staties’, de districten waarin het rooms-katholieke kerkelijke leven indertijd was georganiseerd.

In het gebied van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn waren drie staties. Boskoop behoorde tot de statie Randenburg; de gelovigen konden vanaf 1640 terecht in een schuilkerk in de gelijknamige buurtschap bij Reeuwijk. De statie Rijnland omvatte onder meer Zoeterwoude-Rijndijk, Leiderdorp, Hazerswoude en Alphen Hoorn, met twee schuilkerkjes aan de Rijndijk. De statie Aarlanderveen ten slotte, met onder andere Oudshoorn en Gouwsluis, had vanaf 1645 een schuurkerk in Aarlanderveen. In 1717 kreeg deze statie er in Gouwsluis een schuurkerk bij. En nadat dieven in 1777 de schuur in Aarlanderveen hadden opengebroken, mochten de parochianen die vervangen door een bescheiden kerkgebouw.

Dat laatste laat zien dat er in de achttiende eeuw al meer werd toegestaan. Maar de echte bevrijding kwam pas in 1795, toen de Republiek werd opgeheven en de vrijheid van godsdienst werd ingevoerd. In dat jaar ontstond ook een nieuwe statie: Alphen en Oudshoorn gingen voortaan zelfstandig verder. Twee jaar later kreeg Hazerswoude-Dorp een eigen kerk en een eigen pastoor.

 

Architectonische pronkstukken

Nadat de godsdienstvrijheid in 1795 was herwonnen, moest er veel worden geregeld. Allereerst het eigendom van kerken die eerder waren overgegaan in protestantste handen. De meeste daarvan bleven protestants. Ter compensatie werden met staatsteun echter wel nieuwe kerken gebouwd, zoals in 1824 in Alphen de rooms-katholieke kerk aan de huidige Prins Hendrikstaat (inmiddels afgebroken). Rooms-katholieken mochten ook hun eigen kerkhoven aanleggen, waar ze hun doden in gewijde aarde konden begraven. Tot dan toe gebeurde dat op algemene begraafplaatsen, vaak bij een protestantse kerk.

Na 1853 kwam de bouw van nieuwe kerken in een stroomversnelling, toen de paus de ‘bisschoppelijke hiërarchie’ in Nederland herstelde: Nederland werd weer een ‘gewone’ kerkprovincie. Dit sterkte het rooms-katholieke zelfvertrouwen. Om uiting te geven aan hun trots en herwonnen vrijheid lieten parochies opvallende kerken neerzetten, veelal in neogotische of neoromaanse stijl – een verwijzing naar de middeleeuwse glorietijd van het katholicisme. Voorbeelden daarvan zijn de voor Zwammerdammers belangrijke H. Willibrorduskerk in Bodegraven (Pierre Cuypers, 1865), de (inmiddels gesloopte) Sint-Jan de Doperkerk in Boskoop (1867), de Bonifaciuskerk in Alphen (Evert Margry, 1886) en de H.H. Petrus en Pauluskerk in Aarlanderveen (Jos Cuypers, 1897).

De vroegste in deze reeks is de Scheepjeskerk uit 1855, gebouwd naar een ontwerp van de Utrechtse architect W.J. van Vogelpoel. Het is een gaaf bewaard gebleven dorpskerk in neogotische stijl. Eigenlijk zou deze kerk niet in Groenendijk komen. In 1839 was door splitsing van de statie Rijndijk een nieuwe statie ontstaan, bestaande uit Leiderdorp, Zoeterwoude-Rijndijk en Groenendijk. De bisschop bepaalde dat hier een nieuwe kerk zou komen, halverwege Groenendijk en Zoeterwoude. Parochianen zamelden daarvoor geld in. Maar omdat vermogende boeren in Hazerswoude tien keer zoveel geld inbrachten als het arme Zoeterwoude, kwam de Scheepjeskerk uiteindelijk in Groenendijk te staan. Overigens kon Zoeterwoude niet veel later alsnog een eigen kerk bouwen.

In de loop der jaren werd naast de Scheepjeskerk een kerkhof aangelegd en het interieur verfraaid. Zo schonken parochianen in 1874-1878 een reeks gebrandschilderde ramen van Frans Nicolas. Naast de kerk verrees in 1908 een ruim opgezette pastorie. Hier verbleven de kloosterlingen uit de orde der ongeschoeide karmelieten die de parochie van 1856 tot 2007 bedienden.

 

Nieuwe impulsen

De bouw van kerken was niet het enige gevolg van de grotere vrijheid voor rooms-katholieken na 1795. Ook het verenigingsleven kreeg een impuls. In Groenendijk werd al in 1834 een koor opgericht – een van de oudste nog bestaande kerkkoren van Nederland. In 1867 schakelden de koorleden over op gregoriaanse gezangen, nadat de bisschoppen hadden besloten terug te keren naar deze vorm van middeleeuwse kerkmuziek. In datzelfde jaar besloot men ook om vrouwen uit het koor te weren. Pas in 1967 mochten zij weer meezingen. Het kerkkoor was de bakermat van de R.K. Toneel-, Muziek- en Zangvereniging ‘Onder Ons’ te Hazerswoude (1854). Ook deze amateurtoneelvereniging bestaat nog steeds; zij staat te boek als de oudste van Nederland en verkreeg in 1954 het predicaat ‘koninklijk’.

Na 1853 werden binnen de huidige gemeente Alphen aan den Rijn, zoals overal elders in Nederland, talloze verenigingen op rooms-katholieke grondslag opgericht. Geestelijken moedigden de omgang met anders- of niet-gelovigen niet aan. Rooms-katholieken kwamen in een afgescheiden wereld te leven, in een eigen ‘zuil’. Jongeren bezochten katholieke scholen en sportclubs, en waren vaak lid van de Katholieke Plattelands Jongeren (KPJ).

 

Aan de eredienst onttrokken

Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw verdween deze verzuilde wereld echter in hoog tempo. Door teruglopend kerkbezoek en een gebrek aan priesters zijn inmiddels veel parochies samengevoegd. Anno 2024 telt de gemeente Alphen aan den Rijn er nog slechts vier, met maar enkele kerken. Zo ging de uiterst moderne Pius X-kerk aan de Alphense Van Nesstraat, die in 1965 nog vol trots was ingewijd, in 2009 over in handen van de Nederlandse Gereformeerde Kerk. In juni 2024 is ook in de H. Bernarduskerk in Hazerswoude aan de eredienst onttrokken. Kerk en klooster zijn verkocht aan de Stichting Scheepjeskerk, die er jongeren wil huisvesten en er culturele evenementen wil organiseren.

 

TEKST: BERNADETTE VERHOEF

 

BEZOEKEN

Veel kerken kunnen alleen vlak na een kerkdienst worden bezichtigd.

VERDER LEZEN

Honderd jaar Bonifaciuskerk (z.p. 1986).

Cees Kroon, Geschiedenis van de R.K. Koninklijke Toneel-, Muziek- en Zangvereniging ‘Onder Ons’ te Hazerswoude (Hazerswoude 1983).

Rob Leliveld, Historie van de parochie H.H. Petrus en Paulus (Aarlanderveen 1997).

Bernadette Verhoef, Kerken aan de Rijndijk (Alphen aan den Rijn 2007).

Nico Wesselingh, 1834-1984. 150 jaar Bernarduskoor (Hazerswoude-Rijndijk 1984).