Avifauna, Archeon en Bentwoud

De ontwikkeling van toerisme en recreatie

De Alphense burgemeester Eduard Witschey verklaarde op 17 mei 1950 ‘internationaal vogelpark Avifauna’ voor geopend. Bij de opening waren veel gasten aanwezig, onder wie volksvertegenwoordigers en buitenlandse prominenten. Witschey kon niet vermoeden dat hij deze handeling binnen zes jaar twee keer zou herhalen. Avifauna was aanvankelijk een hoofdpijndossier voor Alphen aan den Rijn, maar markeerde ook het begin van massatoerisme en -recreatie in de streek. De gemeente had ineens een publiekstrekker van internationale allure.

Vóór 1950 stelden recreatie en toerisme in de wijde omgeving van Alphen aan den Rijn weinig voor. Er was een onderafdeling van de Leidse VVV, maar die had weinig te doen. ‘Te weinig bezienswaardigheden’ en ‘het is hier niet rijkelijk bedeeld met natuurschoon’ waren de heersende gedachten. Tegenwoordig is de streek wel aantrekkelijk voor toeristen. Maar dat ging niet vanzelf.

 

Avifauna, drie keer scheepsrecht

De Rotterdammer Gerrit van den Brink stond aan de wieg van de verandering. Rijk geworden in de dameshoedenhandel, woonde deze zakenman sinds 1940 aan de Hoorn in Alphen aan den Rijn. In zijn grote achtertuin hield hij vogels. Enthousiaste reacties op een eenmalige openstelling van de tuin leidden tot de stichting van een ‘vogelparadijs en sprookjespark’, te bezoeken door een miljoenenpubliek uit binnen- en buitenland.

Burgemeester Witschey wees bij de opening op ‘het grote belang van recreatiemogelijkheden in Alphen, centrum van de randstad Holland met 3,5 miljoen inwoners, die in een benauwde stad wonen’. Hij had een vooruitziende blik.

Avifauna was aanvankelijk een groot succes: in de eerste jaren trok het park inderdaad een miljoenenpubliek. Dat kwam niet alleen af op de vogels, maar ook op de optredens in het parkrestaurant van bigbands, zoals The Skymasters en het orkest van Victor Silvester. Die concerten bleken echter een te zware financiële last te zijn. Ook verzette de Alphense protestantse politiek zich: dansen op zondag leidde immers tot zedelijk en moreel verval. Het park ging in 1953 failliet, een grote schuld achterlatend.

De gemeente stond op een cruciaal punt: moest Alphen uitsluitend industriegebied worden, of ook een recreatiecentrum in Zuid-Holland? Financiële belangen (de vermakelijkheidsbelasting leverde veel geld op) bepaalden mede de keuze: de gemeente nam Avifauna over. Trots verrichtte Witschey in april 1954 de heropening.

Alle goede bedoelingen ten spijt bleven de bezoekersaantallen teruglopen en namen de verliezen verder toe. Begin 1956 dreigde een definitieve sluiting en een grote financiële strop voor de gemeente.

Martin van der Valk, zakenman uit Voorschoten, stapte in. Hij besloot tot een nieuwe aanpak en richtte zich op horeca, met grote congressen, vergaderingen en partijen. Financieel op weg geholpen door de opgeluchte gemeente kwam het park toen snel in rustiger vaarwater terecht. In Alphen werd het ‘een belangrijke attractie voor het vreemdelingenverkeer’, woorden die Witschey uitsprak bij de derde opening in maart 1956.

 

Archeon, pretpark of museum?

De mogelijkheid voor een tweede toeristentrekker deed zich rond 1990 voor. Plannenmakers voor een groot archeologisch themapark kwamen uit op Alphen aan den Rijn. De gemeente had een band met het Romeinse verleden, onder andere dankzij de vondst van Romeinse schepen in Zwammerdam. Bovendien beschikte de gemeente over de benodigde ruimte: in de polder Kerk en Zanen was zestig hectare beschikbaar. Met hulp van Amro (later ABN Amro) startte de bouw. Gefaseerd in tijd moesten er reconstructies komen van gebouwen uit het verleden, van prehistorie tot en met de middeleeuwen.

In april 1994 opende Archeon zijn deuren. Doelstelling was dat één miljoen mensen het park zouden binnenkomen via een ultramodern paviljoen, inclusief tijdmachine. Maar al snel bleek dat aantal volstrekt onhaalbaar. Het park wilde én pretpark én museum zijn, maar was het geen van beide. Eind 1996 ging het failliet.

Archeon kende in 1997 een succesvolle doorstart. Het paviljoen verdween, een gedroomde monorail vanaf het station bleef, ook door protesten van bewoners, een utopie. Het park kromp tot de huidige omvang. Op de vrijgekomen grond verrees de luxe villawijk Burggooi.

 

Van akker naar Bentwoud

Nog voor de opening van Archeon presenteerde de provincie Zuid-Holland eind 1990 het beleidsplan Natuur en landschap. Het was de bedoeling het Groene Hart af te schermen tegen de oprukkende woningbouw van Zoetermeer en Rotterdam. Ingepland stond een hoogwaardig bos van 2000 hectare. Dat bos, met de naam Bentwoud, zou grotendeels moeten verrijzen op de akkers van de zojuist gevormde gemeente Rijnwoude (Benthuizen, Hazerswoude en Koudekerk). Vanuit de agrarische sector en de plaatselijke politiek kwam veel verzet. Boeren vreesden voor hun voortbestaan, de gemeenteraad voorzag een verkeerschaos. Een complicerende factor was dat ook de hogesnelheidslijn door het beoogde gebied was gepland. Jarenlang overleg tussen allerlei private instellingen en overheidsinstanties volgde.

Uiteindelijk ging in 2000 de aanleg van het bos schoorvoetend van start. Trage, want niet gedwongen onteigening van gronden en geldgebrek bij de provincie maakten dat rond 2010 nog geen kwart van het bos was aangeplant. De provincie moest de plannen aanpassen. Het bos werd verkleind tot 800 hectare en de nadruk kwam meer op recreatie te liggen. Private partijen konden participeren. In 2016 vond de feestelijke opening van het bos plaats.

 

Miljoenen dagtoeristen

Klaagde de VVV in 1950 nog over een gebrek aan bezienswaardigheden en natuurschoon in Alphen aan den Rijn, tegenwoordig is daar weinig aanleiding meer toe.

Na een valse start is Avifauna uitgegroeid tot een stabiel bedrijf, met zo’n 350.000 bezoekers per jaar. Het is de bestemming van menig schoolreisje uit heel Nederland, en er vinden ook talloze bedrijfsuitjes en huwelijkspartijen plaats. Avifauna heeft een belangrijke aanzet gegeven voor het (dag)toerisme naar Alphen aan den Rijn.

Daar droeg Archeon op den duur ook aan bij. Na de aanstelling van het echtpaar Jack en Monique Veldman in 1999 kwam de focus meer te liggen op museumactiviteiten en evenementen (‘levende geschiedenis’). In 2015 verwierf het park de museumstatus. Tegenwoordig ontvangt Museumpark Archeon ruim 325.000 bezoekers per jaar.

Het Bentwoud, dat gedeeltelijk ook in de gemeente Waddinxveen ligt, is het grootste aaneengesloten recreatie- en bosgebied in de Randstad. Naast de vele fiets- en wandelpaden is er een golfbaan met niet minder dan 36 holes.

Dankzij deze en andere initiatieven is de gemeente inmiddels goed voor 950.000 dagtoeristen per jaar. In 75 jaar zijn recreatie en toerisme uitgegroeid tot een serieuze industrietak.

 

TEKST: HENRY WILBRINK

 

BEZOEKEN

  • Vogelpark Avifauna (Hoorn 65, Alphen aan den Rijn).
  • Archeon Museumpark (Archeonlaan 1, Alphen aan den Rijn).
  • Natuurgebied Bentwoud (Hoogeveenseweg, tussen Benthuizen en Boskoop).

VERDER LEZEN

J. van der Leij en K. van Geen, ‘Er zat muziek in Avifauna’, De Viersprong 26 (2009) nr. 100, 62-75.