6. Tufsteen en baksteen

De Dorpskerk

In elk dorp staat een dorpskerk. Vanaf de 9e eeuw bouwen christenen houten kerken bovenop of aan de rand van de wierden. Vanaf de 10e eeuw trekken boeren vanuit het noorden naar de wolden, de moerassige delen in het zuidelijke Westerkwartier. Daar maken ze de zandruggen van Langewold en Vredewold bewoonbaar, en ook daar stichten ze kerken, eerst van hout, later van tufsteen en weer later van baksteen. Sommige kerken in het Westerkwartier behoren tot de oudste van Nederland. Hoe oud is jouw dorpskerk? En wat kun je er allemaal zien?

Dorpskerk

Op Middag en Humsterland, in het noordelijke Westerkwartier, bouwen christenen vanaf de negende eeuw houten kerken op hun wierden. Het zuidelijke deel van het Westerkwartier is op dat moment nog een grote, moerassige wildernis van veen en woeste gronden. Maar op een paar plekken, zoals bij Marum en op de gast van Noord- en Zuidhorn is de bodem veel hoger gelegen. Waarschijnlijk worden de eerste kerken ook daar al heel vroeg gebouwd, maar bewijzen kunnen we dat niet.

Vanaf de tiende eeuw trekken kolonisten vanaf de Lauwers en de Oude Riet de zuidelijk gelegen streken Langewold en Vredewold. Ze graven sloten om het veen af te wateren en de grond voor landbouw te gebruiken. Dat gaat maar even goed: het veen klinkt razendsnel in, waardoor de kolonisten opnieuw natte voeten krijgen. Na twee of drie keer verhuizen stichten ze dorpen én kerken op de hoger gelegen zandruggen. Daar is de dunne veenlaag verdwenen en zakt de bodem niet meer in. Dat verplaatsen is nog goed te zien in Oldekerk: de klokkenstoel die aangeeft waar de oude kerk stond ligt een stuk buiten de huidige dorpskern.

Vanaf de elfde eeuw leggen boeren samen kades en dijken aan om het land te beschermen tegen de invallende zee. Wie niet wil dijken, moet wijken, zeggen ze ook in het Westerkwartier. Vanaf die tijd vervangen dorpsbewoners hun houten dorpskerken door gebouwen van steen. Volgens de overlevering gebruiken ze daarbij in het Westerkwartier de dekstenen van hunebedden als fundering [zie venster 1].

Kloostermoppen

Om muren op te trekken gebruiken mensen tot in de twaalfde eeuw tufsteen. Dat vulkanische gesteente moet per schip uit de Eiffel komen en op maat worden gemaakt en is dus peperduur. Onder andere de kerken van Doezum, Niekerk en Zuidhorn zijn gedeeltelijk uit dit materiaal opgetrokken. Vanaf de 13e eeuw schakelen de bewoners over op bakstenen, zoals die gebakken worden voor de Abdij van Aduard [zie venster 7]. Deze grote rode kloostermoppen van zee- en rivierklei zijn goedkoop en stevig genoeg om grote godshuizen mee te bouwen. De kerk van Marum is een van de oudste bakstenen kerken in Groningen en is nog gebouwd in de Romaanse stijl. De kerk in Nuis is net iets jonger en wordt gebouwd in de zogenoemde Romano-gotische stijl

Begraven

In Friesland en wat we later de Ommelanden noemen ontstaat een van de meest fijnmazige netwerken van kerken in de wereld: op vrijwel elke dorpswierde en in elk dorp staat er een. Dorpelingen bouwen en verbouwen die kerken samen. Van het bakken van de stenen tot aan het metselen van de muren, alles is vrijwilligerswerk. Het duurt dus ook wel vijf tot tien jaar voor een kerk af is. Door de eeuwen heen wordt hij ook steeds weer verbouwd – groter en hoger, met een koor, een toren en een klok. Ook de doden horen bij de gemeenschap van gelovigen. Zij liggen op het kerkhof rondom de kerk. Dorpelingen onderhouden dat kerkhof samen en gebruiken het ook als plek om te vergaderen, recht te spreken en feest te vieren (!) De mensen die het belangrijkst zijn liggen vlak bij de buitenmuur van de kerk, ‘rijke stinkerds’ zijn zelfs in de kerk begraven. Rondom het kerkhof ligt op veel plekken een gracht. Die is belangrijk voor de watervoorziening en voor het blussen van brand, maar ook om geesten buiten het loug (= het dorp) te houden…

 

Thematische lijnen

  1. Leven in een kwetsbare delta - Nederland waterland
  2. Wat geeft betekenis? - zingeving en levensbeschouwing
  3. Wie bestuurt er? - politiek en samenleving
  4. Knooppunt van verbindingen – wereldeconomie

 

Verwijzingen

 

Educatief Materiaal