Grietenijen
Gouwen worden in de loop van de middeleeuwen grietenijen, met aan het hoofd een grietman. De grietenij Langewold wordt in tweeën gedeeld, met in het oosten Oldekerk, Niekerk en Faan en Noord- en Zuidhorn. In het westerdeel liggen (van oost naar west) Sebaldeburen, Grootegast en Lutjegast, Doezum en Opende. Ook Grijpskerk zal tot dit Westerdeel gaan behoren. In Sebaldeburen zetelt de rechtsstoel van de hele streek: vier gekozen rechters spreken er recht in belangrijke zaken in Oost en West. Op de zondag voor Hemelvaart is er in Sebaldeburen eeuwenlang een paardenmarkt, de belangrijkste jaarmarkt van het Langewold. De dag erop worden de nieuwe richters ingezworen. Het is een weekend met veel drank en gezelligheid – en dat loopt geregeld uit op vechtpartijen.
Vredewold wordt ook in tweeën gesplitst, met Marum, Niebert (Nieuwe buurt) en Nuis in het westen, en Leegemeeden, Lettelbert (Kleine buurt), Noordwijk, Midwolde, Oostwold en Tolbert (De oude buurt) in het oosten. Ook het laaggelegen Lukaswolde hoort bij het oostelijke deel, maar het dorp wordt in de loop van de middeleeuwen een tijdlang verlaten en de oude kerk verdwijnt.
De grietman van Humsterland zetelt niet meer in Niehove maar in Hummerze, oftewel in Oldehove. Daar is ook het hoogste gezag van de kerk gevestigd: namens de Bisschop in Utrecht is de pastoor van Oldehove Proost van geheel het Westerkwartier én van het naburige Achtkarspelen in het huidige Friesland. Middag is in z’n geheel in het bezit van het klooster van Aduard.
Vetes
Nog steeds zijn hoofdelingen in de Friese landen vrijwel aldoor met elkaar in gevecht. Zonder sterke overheid kan niemand dat geweld stoppen. Rijke boeren gaan steenhuizen bouwen: grote vierkante torens met dikke muren. Daarin kunnen ze zich beschermen tegen aanvallende troepen of ontevreden burgers. Ook moeten de torens indruk maken op de buitenwereld: hier woont een rijk en machtig heer! De meeste steenhuizen worden in de talloze oorlogjes en oorlogen vernietigd of in later eeuwen gesloopt. In het Westerkwartier staat er daardoor nog maar een: het Iwema-steenhuis in Niebert.
Jonkers en Borgen
Andere steenhuizen groeien in de loop van de eeuwen uit tot grote borgen. Zo ontstaan onder andere de vroegere borg Hanckema in Zuidhorn en de Allersmaborg – tussen Ezinge en Aduarderzijl - uit zo’n plompe toren uit de veertiende eeuw. Van de Piloursma- of Hamsterborg in Den Ham is dat niet zeker, maar wel waarschijnlijk. De families die in deze borgen wonen gaan leven als adel en krijgen of kopen de voorrechten die daarbij horen. Zo trekken deze jonkers steeds meer macht naar zich toe.
Wordt een landjonker te machtig, dan grijpt Groningen Stad soms in en breekt zijn steenhuis of borg af. De lokale bevolking helpt daar maar wat graag een handje aan mee! Omgekeerd trekken inwoners van het Westerkwartier en de andere Ommelanden verschillende keren boos op naar Stad. De macht van Groningen groeit, en dat is te merken, bijvoorbeeld in de taal. Vanaf ongeveer 1350 verdringt het Gronings het Fries als taal van het recht in het Westerkwartier. In de sociale omgang blijft het Fries tot in de zestiende eeuw in gebruik (zie venster 21).
Thematische lijnen
- Woord en beeld verbinden - taal, kunst en cultuur
- Wie telt er mee? - sociale (on)gelijkheid
- Wie bestuurt er? - politiek en samenleving
Verwijzingen
- canon van Groningen: Friese vrijheid in de Ommelanden
- kanon van Fryslân: de Friese vrijheid!
- Iwema Steenhuis
- Andere steenhuizen: de Schierstins in Fâenwalden en het Steinhaus in Bunderhee (OFr.)
Nog bestaande borgen in het Westerkwartier zijn o.a.
- De Allersmaborg Allersma bij Ezinge
- De Coendersborg bij Nuis
- De borg Nienoord bij Midwolde / Leek
- De Piloursma- of Hamsterborg nabij Den Ham