In de negentiende eeuw was Johan Rudolph Thorbecke een van de belangrijkste mensen in de politiek van Nederland. Thorbecke is de leider van de liberalen, zij vonden dat de koning minder macht moesten krijgen en de bevolking meer. Koning Willem II was het hier niet mee eens, maar als er in 1848 een aantal Europese landen in opstand tegen hun koning komen schrikt de koning. Hij besluit dus dat hij geen keus heeft en laat de grondwet van Nederland veranderen. In de grondwet stond beschreven hoe de machtsverdeling was over een land en hoe de macht gebruikt moest worden.
De bevolking mocht nu stemmen over een regering die dan de meeste macht zou krijgen. De Nederlandse parlementaire monarchie ontstond en Thorbecke was er de oprichter van. Hiervoor was Nederland een absolute monarchie. Ook werd er ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd, dat hield in dat de ministers nu verantwoording moesten afleggen voor de daden van de koning.
De koning stelde Thorbecke als leidinggevende aan van de groep mannen die de grondwet moesten wijzigen. In datzelfde jaar wordt de nieuwe grondwet ingeleverd bij Willem II. In de grondwet van 1848 staat onder andere dat de koning veel minder macht heeft en het volk juist meer.
Thorbecke is erg belangrijk geweest voor de democratie in Nederland, hij heeft er namelijk voor gezorgd dat het volk inspraak kreeg over de politiek. Het hele land ziet hem als een held, als hij op 4 juni in 1872 sterft aan een longontsteking staan de kranten er vol mee.
Thorbecke was grondlegger van de parlementaire democratie van Nederland, hij heeft gezorgd voor de verandering in de grondwet. Daarin stond dat de koning niet meer alle macht had in de democratie maar het parlement.
Door de verandering van de grondwet heeft hij ook een bijdrage geleverd aan de rechtsstaat. Hij zorgde ervoor dat de macht van de koning minder werd en de bevolking meer te zeggen kreeg. Hij kwam dus op voor de zwakkeren in de samenleving.