In deze streek met zijn rijke agrarische traditie vestigden de eerste boeren zich in het vierde millennium voor Christus of misschien zelfs pas in de eerste helft van het derde millennium. Hun landbouwactiviteiten waren beperkt. Tijdens de bekerculturen (vanaf 3100 v. Chr.) werden de bewoning en de landbouw intensiever. Er ontstonden continu bewoonde plaatsen en die bleven in de bronstijd en wellicht zelfs in de ijzertijd bestaan.
Vuursteenateliers
De rijkste bodemvondsten uit de steentijd werden in Doetinchem gedaan tijdens de realisering van de wijk Overstegen en bij de aanleg van de rijksweg A18. Op beide plekken werden o.a. twee vuursteenateliers uit de nieuwe steenijd gevonden.
Nauwelijks grafvondsten
Alle hogere delen van Doetinchem kenden in de ijzertijd een redelijk intensieve bewoning. Helaas is er weinig ondersteunende informatie in de vorm van grafvondsten beschikbaar. De vondstgegevens zijn meestal niet compleet en vondsten zelf zijn dikwijls verloren gegaan. Sporen uit de Romeinse tijd duiden erop dat de bewoning van het gebied in die tijd terugliep.