In 1787 verloren deze patriotten nog het pleit maar toen in januari/februari 1795 Franse troepen ons land binnen trokken, werden overal de oude bestuurders vervangen door nieuwe revolutionaire elementen. In Velp plantten de patriotten een vrijheidsboom aan de Hoofdstraat en ze hielden een optocht met zes maagden in het wit. Na de optocht werden de Franse soldaten vrijpostig en kwam het tot een handgemeen. Daaruit blijkt al dat het niet allemaal zo positief was en ook waren er plunderingen in het dorp door Franse soldaten. Op kasteel Biljoen waren driehonderd soldaten ingekwartierd, waar ze nogal wat schade aanrichtten. Bovendien kwamen er voortdurend nieuwe Franse soldaten, die door de plaatselijke bevolking gevoed en gekleed moesten worden. De Hof te Dieren kreeg met inkwartiering van wel 700 Franse soldaten te maken. Door roekeloosheid of moedwil ontstond brand en het gehele gebouw met alle kunstschatten werd in de as gelegd.
Geheel in de geest van het Franse motto "vrijheid, gelijkheid en broederschap" schaften de vertegenwoordigers van het volk van Gelderland o.a. het erfstadhouderschap, het leenstelsel en alle adellijke voorrechten af. De bewoner van kasteel Biljoen, Van Spaen, moest de boeken en papieren van de kerk en het diaconiebestuur afgeven. Eind 1797 schreef het ambt Rheden hem aan om ook de kist met charters en papieren van het ambt in te leveren. In 1798 verloor het ambt Rheden kort zijn zelfstandigheid. In 1799 werd het ambt Rheden een gemeente met een eigen bestuur. Niet iedereen was het eens met al deze vernieuwingen en veranderingen wat bleek uit het omhakken 's nachts van de vrijheidsbomen in Dieren en De Steeg. In 1803 liet het gemeentebestuur het beginsel van gelijkheid iets varen, want de voormalige bank van de ambtsjonkers in de kerk van Rheden werd nu bestemd voor de richter en de leden van het ambtsbestuur.
In 1806 stelde Napoleon zijn broer Lodewijk aan als koning van het nieuwe Koninkrijk Holland. In 1808 bezocht Lodewijk Napoleon Arnhem en Rozendaal en na afloop was hij te gast bij de familie Van Spaen op Biljoen. In 1810 zette Napoleon zijn broer af. Hij lijfde Nederland in bij het Franse Keizerrijk en voerde o.a. de dienstplicht in. In 1814 werden in de gemeente Dieren nog 22 jongens vermist die hadden deelgenomen aan de ijzingwekkende veldtocht van Napoleon naar Moskou.
Na de slag bij Leipzig op 18 oktober 1813 rukte het Pruisische legerkorps onder Von Bülow via Hannover op naar Nederland om de Fransen te verdrijven. In november 1813 werden 700 á 800 Fransen in Velp ingekwartierd, die alles wat eetbaar was in beslag namen. Op de Zijpenberg hadden ze een uitkijkpost. Ze werden door de Pruisen verjaagd na hevige verliezen. De plek in Beekhuizen waar veel Fransen gevallen zijn, draagt volgens H. Kerkkamp de naam: "het Fransche Kerkhof". De Fransen hergroepeerden zich in Arnhem. Op 30 november vertrok bevelhebber Von Bülow uit zijn hoofdkwartier Biljoen om de Fransen uit Arnhem te verdrijven. Hij beloofde barones Van Spaen de stad niet te plunderen. De Fransen moesten na hevig verzet de stad prijsgeven, waarbij wel 2500 Franse en 700 Pruisische soldaten sneuvelden.
Mr. Gerard van Hasselt van Daalhuizen riep op 7 december 1813 alle Velpenaren op voor een openluchtvergadering op de heide tussen Rozendaal en Daalhuizen. Daar werd besloten om een delegatie naar Den Haag te sturen om de Prins van Oranje geluk te wensen met zijn terugkomst in het vaderland. Bij de omwenteling in 1795 had de oranjegezinde Van Hasselt al zijn openbare ambten verloren. Het moedige optreden van de kroonprins in de veldslagen bij Quatre Bras, Waterloo, Hasselt en Leuven tegen Napoleon inspireerde Van Hasselt in 1815 tot het oprichten van een 'Geldersch monument ter eere van de kroonprince van Oranje en al zijn medehelden'. Dit unieke monumentje staat nu in park Daalhuizen.
Auteur: Nelleke den Boer - Pinxter