Verder werkten er nog 33 mensen in vier papierfabrieken. Andere kleine bedrijfjes hadden hoogstens vijf arbeiders in dienst. De gemeente kon dus goed nieuwe arbeidsplaatsen gebruiken, vooral omdat verschillende arbeiders die meegeholpen hadden het Apeldoorns kanaal te graven in Dieren bleven wonen. Begin 20ste eeuw zorgde een aantal nieuwe industrieën, zoals de Gazelle, de EDY emailleerfabriek, de Lepper zadelfabriek en houtzagerijen, voor een economische opleving in Dieren. In Rheden, waar de meeste steenfabrieken stonden, bracht de vestiging van de Meteoor en Thomassen uitkomst.
In 1902 verhuisde de fietsenhandel van Willem Kölling en Rudolf Arentsen, die in 1892 was opgericht, naar de Wilhelminaweg en werd de naam Gazelle voor het eerst gebruikt voor een fiets. In 1912 werd het oorspronkelijke pand aanzienlijk uitgebreid en bouwden ze complete fietsen. De Gazelle-fiets had grote faam in Nederland en zelfs in Oost-Indië. Gazelle had de wind mee omdat steeds meer mensen de fiets als vervoermiddel kozen. De fiets raakte eerst in de stad ingeburgerd, maar daarna werd hij ook populair op het platteland.
Na een voorzichtige start in Velp in 1904 verrees in 1907 in Rheden aan de Schaarweg een flink fabrieksgebouw, waar twintig werknemers werkten. Twee van de oprichters, N. van Heloma en W. Honig en zijn zoon B.A. Honig, hebben de N.V. Meteoor, zoals het bedrijf later heette, vele jaren met succes geleid. In 1912 werd een betonmachine aangeschaft en nam de fabricage toe. De heren maakten betonstenen voor de woningbouw, trottoirtegels en betonpalen. Na de moeilijke jaren 1920-1925 begreep de leiding dat er moest worden gemechaniseerd en werd een eigen laboratorium opgericht.
In 1918 barstte de NV Machine- en Motorenfabriek Thomassen & Co, gevestigd in Arnhem, uit zijn jasje. Daarom werd in Rheden grond gekocht, waarop het tegenwoordige fabriekscomplex nog staat. Het bedrijf verhuisde in 1922 tijdens de recessie zonder feestelijkheden naar het nieuwe pand. Onder leiding van Frits Thomassen werden naast gasmotoren ook dieselmotoren, compressoren, putpompen en jaknikkers in productie genomen.
De baksteenindustrie, dat overigens seizoensarbeid betrof en erg zwaar werk was, en de fabrieken de Meteoor en Thomassen hadden het moeilijk in de crisisjaren. De productie voor de bouw lag zo goed als stil, alleen stenen voor de wegen werden nog geproduceerd, maar de overheid betaalde er minimaal voor. De export werd ook getroffen doordat de gulden gekoppeld was aan de goudprijs en de landen om ons heen deelnamen aan de Eerste Wereldoorlog.
Toen de productie weer steeg brak de Tweede Wereldoorlog uit. Het gebouw van Gazelle kreeg achttien luchtaanvallen te verduren en werd zwaar beschadigd. Na de oorlog moest men alles weer opbouwen. De totale productie van fietsen liep in de loop van de tijd sterk op. In 1923 werd het totaal van 200.000 bereikt en in 1954 kwam de één miljoenste fiets van de band. Het eeuwfeest in 1992 viel samen met de productie van de acht miljoenste fiets en het verkrijgen van het predicaat "Koninklijk".
Thomassen hield na de oorlog slechts een leeggeplunderde fabriek over. Het bedrijf veerde weer op en overwon een economische crisis. Het groeide uit tot een wereldwijd opererende leverancier voor gasturbines en compressoren. In 1999 is het bedrijf Thomassen International opgesplitst in vijf zelfstandige bedrijven. Deze zetelen nog steeds in Rheden.
Ook de Meteoor kwam in 1946 weer op gang, er werkten toen 250 arbeiders. De Meteoor was op het hoogtepunt in wel dertig landen actief en telde duizend medewerkers. Maar de veelheid aan product/marktcombinaties maakte het bedrijf moeilijk bestuurbaar. De Meteoor keerde met succes terug naar haar kernactiviteiten en telt nu 150 medewerkers en is nog steeds bekend om zijn Stelcon platen en betonnen spoorbielzen.
Auteur: Nelleke den Boer-Pinxter