De 1e Wereldoorlog
In nauwe loopgraven, met de vijanden vlakbij, vochten soldaten in de eerste Wereldoorlog voor hun leven. Ze kwamen bij duizenden om. Nederland was neutraal dus de grootste gruwelen bleven inwoners bespaard. Maar ook hier werd voedsel schaars en werkloosheid hoog. Van 1914 tot 1818 woedde in Europa de ‘grote oorlog’, die voor Nederland wel consequenties had, maar waarvan de gruwelijkheden de gruwelijkheden Nederland bespaard bleven. In deze 1e Wereldoorlog stonden de centrale (Duitsland, Oostenrijk en Turkije) tegenover de geallieerden (Frankrijk, Groot-Brittannië , en Rusland). Maar het waren vooral de soldaten van de 2 partijen die tegenover elkaar stonden, inde kilometers loopgraven. Veel Europese landen kregen in en na de oorlog te maken met gruwelijkheid. In Rusland werd de tsaar van zijn troon gestoten en vermoord, en in Duitsland en Oostenrijk-Hongerije wed het kijzerrijk vervangen door republiek. In Nederland werden in de oorlog ingrijpende pollitiekeveranderingen doorgevoerd. In 1917 werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd. Toen de oorlog ten einde liep, volgde 1919 het algemeen vrouwenkiesrecht. Vanaf 1919 is Nederland den volledige democratisch land: iedere volwassen man en vrouw kan zijn of haar stem uitbrengen bij de verkiezing.