Karel de Grote

Texandrië onder de Franken

In de tijd van Karel de Grote was het gebied dat we kennen als Noord-Brabant een dunbevolkt gebied. Er is weinig bekend over de mensen uit deze tijd.

Zelfs of er überhaupt een graaf was die heer regeerde weten we niet. Een groot deel van Noord-Brabant viel in het gebied genaamd Texandrië. Waar precies de grenzen liepen van Texandrië is ook niet bekend. Wat wel bekend is, is dat het land van Heusden en Altena onder een ander gebied viel: Teisterbant.


Bracbantensis

Een andere naam die in deze tijd opduikt is Brabant. Een gebied in het huidige België (ongeveer Brussel tot Antwerpen) heet dan pagus Bracbantensis. Bracbantensis zou te herleiden zijn tot braecbant. Braec betekent broek (drassig land) en -bant betekent streek.

Een heerser als Karel de Grote gaf delen van zijn bezit te leen aan belangrijke edelen. Dat was destijds dé manier om hun diensten te betalen: ze kregen een grondbezit om zelf van te leven. Frankische edelen vestigden zich in al in Texandrië en vormden de elite.

Hun grondbezittingen organiseerden ze als domeinen. Het centrum was een hoeve, liefst met een gracht en omwalling, voor de edelman. De landerijen van een domein werden bewerkt door boeren die op of bij dat land woonden en niet vrij waren om te verhuizen. Zij ‘hoorden’ bij het land en werden daarom horigen genoemd. Ze bewerkten het land van de heer en gebruikten ook de onontgonnen, vaak nog bosachtige omgeving en weide er vee. Er waren ook vrije boeren, die een eigen boerderij bezaten.

Op het domein werd vaak een kerk gebouwd. Dat gebeurde soms precies op de plek van oude, voorchristelijke heiligdommen, om de machtsovername over het gebied nog meer kracht bij te zetten. Veel kerken werden met delen van domeinen geschonken aan kloosters. In ruil voor de opbrengsten leverden die dan priesters om de kerk te bedienen, terwijl de edelen zich zo van de steun van de kerk verzekerden.

Er zijn op een aantal plekken in Brabant sporen gevonden van boerennederzettingen uit de vroege middeleeuwen. Of de bewoners horigen waren of vrije boeren is uit de vondsten niet op te maken.

 

De heilige Odulphus

Een van de weinige “Brabanders” (of beter gezegd Texandriërs) die we bij naam kennen, is de heilige Odulphus. In 806 werd deze man pastor in Oirschot, en later trok hij naar Friesland om de Friezen te behouden voor het christelijke geloof. Later schopte hij het tot bisschop van Utrecht, en hij overleed waarschijnlijk in de tweede helft van de negende eeuw.