Overal veen
Waterland is al heel lang onderdeel van het enorme veengebied van het westen van Nederland. Het land bestond uit ronde en langwerpige gebieden van veen. Binnen het gebied waren grote hoogteverschillen. Het verschil tussen hoge en lage stukken kon wel vier meter zijn. In de lagere gebieden groeide riet en moerasbos. Moerasbos wordt ook wel wildernis genoemd. Het gebied waar Waterland ligt had vroeger de naam Wildernisse.
Te nat om te wonen
In het gebied van Waterland kon je eerst niet wonen. Het was er veel te nat voor, de veengrond was een soort spons. Je kon er wel lopen, jagen, varen en vissen. In het gebied stroomden allerlei riviertjes. Grote en kleine, één van de riviertjes was de Ilp. Bij Broek in Waterland lag de bodem wat lager. Hier groeide over een stuk van kilometers lang tot ver voorbij Katwoude een broek.
Mensen in Waterland
Rond 1000 werd het veengebied wat droger. Het lopen ging makkelijker en je kon er zelfs gewassen op verbouwen. Groepen mensen trokken het gebied in om er te gaan wonen. Ze groeven sloten en kapten het moerasbos. Ze bouwden huizen op stukken grond evenwijdig aan de riviertjes. De huizen werden gemaakt van hout en plaggen.
Bijzonder landschap
Het veenlandschap ziet er van boven heel bijzonder uit, groene stukken land met water ertussen. Om het land bewoonbaar te maken werden er sloten gegraven dwars op een riviertje. Door het graven van sloten werd de bodem droger. Bij Zeevang liggen de sloten zelfs in een schuine hoek van het veenriviertje de IJe.
Terpen
Door het graven van de sloten begon de veenbodem te zakken. Het land werd nu vaker overstroomd door het water. De invloed van de Zuiderzee werd groter en ook de rivieren en meren groeiden. Er ontstond een echt waterland. Het was niet meer mogelijk om op de lage delen te wonen. Boeren bouwden hun huis op een verhoging, een terp. In Marken zijn er hele hoge terpen te zien, hier worden ze werven genoemd.
Dijken en dammen
Het bouwen van huizen op terpen was niet voldoende. De volgende stap was het aanleggen van dijken. Er kwam een dijk rondom het huidige Waterland en een dijk om de Zeevang. De monding van de rivieren werd afgesloten met een dam. Toch braken soms de dijken nog en bleef het gebied last houden van overstromingen. Bij stormvloed verdween Etersheim en een deel van Warder in het water en ontstond het eiland Marken.
De dijk had ook een andere functie. In het drassige gebied vormden ze door hun hoogte de ideale wegen. In Kwadijk verhuisde het hele dorp naar de dijk. Nu woonden ze op een hoger gedeelte.