Brandstof
Eeuwenlang was turf de belangrijkste brandstof. De mensen gebruikten het om hun huis warm te stoken en om op te koken. Maar ook fabrieken gebruiken turf om hun ovens mee te stoken. Binnen de gemeente Hardenberg lagen twee grote moeras- en veengebieden: de Avereester- en Luttervenen. Als je blokken uit de veenlaag stak en ze liet drogen, ontstond er turf.
Nieuwe huizen
Aan het begin van de 19de eeuw werden er veel huizen, winkels en boerderijen van steen gebouwd. De stenen en dakpannen werden gebakken van rivierklei. Om bakstenen muren stevig te maken, had je specie nodig. Dat werd gemaakt van zand, baksteengruis en kalk.
Kalkovens
Kalk werd van schelpen gemaakt in kalkovens. De ovens werden gestookt met turf. Om de schelpen aan te voeren en de kalk af te voeren was het handig om je fabriek aan het water te hebben staan. Met de vele waterwegen en turf in overvloed was de gemeente Hardenberg een ideale plek voor kalkbranderijen. Tussen 1850 en 1880 waren er 12 kalkovens in de gemeente.
Kalk maken
Om kalk te maken werden schelpen en turf in lagen in de ovens neergelegd. Als de schelpen lang genoeg in het vuur waren geweest, werd er in het blushuis water over gegooid. Hierdoor vielen de schelpen in stof uiteen: de kalk was klaar.
Boeren
Ook de boeren hadden gehoord dat kalk de akkers op de afgegraven veengronden vruchtbaarder kon maken. Een eerste proef waarbij ladingen mosselschelpen op het land werden gegooid mislukte. Het enige wat deze proef opleverde was heel veel stank en meeuwenoverlast. Maar de boeren gaven niet op. Ze probeerden de kalk uit de kalkovens, en dat bleek goed te werken.
Wat er over bleef
Na het dichtgooien van de Dedemsvaart verdwenen rond 1969 de kalkbranderijen. Maar niet alles is verdwenen. De oude kalkovens van Van Dedem zijn opgeknapt. Een oud leslokaal is in gebruik als Oudheidkamer. De oven in de Krim is nu een monument.