In de bredere Nederlandse samenleving is professor Schilder ‒ hij werd in 1933 benoemd tot dogmaticus aan de Theologische School te Kampen ‒ vooral bekend geworden om zijn moedige verzetsartikelen in de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Zijn oproepen tot geestelijk verzet in De Reformatie gingen door het hele bezette land en scherpte de geesten, vooral van zijn gereformeerde achterban. Het kwam KS ‒ ieder wist waar deze letters voor stonden ‒ op 3,5 maand celstraf te staan in het Huis van Bewaring te Arnhem. Postuum werd hem hiervoor het verzetsherdenkingskruis toegekend. Zijn verzet tegen de synodale leiding van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) in de volgende oorlogsjaren, liep uit op een kerkscheuring (1944). De buitenwacht en veel kerkleden ontging het volkomen hoe dat nu mogelijk was, midden in oorlogstijd.
Geliefd predikant
Klaas Schilder (1890-1952) werd geboren in Kampen in armelijke omstandigheden, hij werd gedoopt in de Hervormde Kerk. Zijn vader, een sigarenmaker, stierf in 1896. De moeder, Grietje Leijdekker, was besteedster van wassen. Afkomstig uit een orthodox bevindelijk milieu, maakte zij de overstap naar de Gereformeerde Kerk. Haar drie kinderen bleken intelligent, zeker de stille, dromerige Klaas viel op bij het schoolhoofd J.A.G. de Waal. Met hulp van enkele mecenassen kon de jongen studeren, eerst op het Gereformeerd Gymnasium en later op de Theologische School te Kampen. In 1914 werd hij predikant te Ambt-Vollenhove. Een snelle carrière door de kerken in het westen des lands volgde. Zijn preken waren geliefd. Een reeks van publicaties zag het licht. Schilder schreef over het sociale vraagstuk, het oorlogsprobleem, filosofie, literatuur en kerktaal en vooral over kerkelijke kwesties. Daarbij schuwde hij niet om de opvattingen van de grote voorman dr. Abraham Kuyper ter discussie te stellen.
Polemisch eindredacteur
Toen de vacature dogmatiek in Kampen in zicht kwam, vroeg hij studieverlof aan zijn kerkenraad en met financiële hulp van vrienden schreef hij een filosofisch proefschrift in het Duitse Erlangen, dat toen reeds onder de schaduw van de Nazi's lag. In januari 1934 maakte hij zijn entree als hoogleraar aan de Theologische Hogeschool, waarmee hij sterk verbonden was gebleven. Opvallend was de polemische toon in zijn publicaties, aanvankelijk naar buiten gericht. In 1935 werd hij benoemd tot eindredacteur van de periodiek De Reformatie. Zijn polemieken richtten zich nu ook op theologen in eigen of nauw verwante kringen. Principieel was hij in zijn aanvallen op de Nationaal Socialistisch Beweging en op de Christen Democratische Unie. Hij hielp bevorderen dat de synode van de kerken in 1936 beide politieke stromingen veroordeelde.
Verstoord evenwicht
KS maakte school bij zijn leerlingen, enkele oudere predikanten en onder veel van zijn lezers. Zij waren blij met het nieuwe elan in de kerken dat hij duidelijk voorstond. In de omgang was hij vriendelijk en charmant, scherp zodra hij een pen op papier zette. Zo kwam er een groepsvorming op gang die het precaire evenwicht verstoorde in de Gereformeerde Kerken, die in 1892 waren ontstaan uit twee afsplitsingen van de hervormde moederkerk, namelijk de kerken uit de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886. Toen enkele kerken verzochten allerlei gerezen misverstanden ‒ over verbond en doop, de veronderstelde wedergeboorte en andere theologische kwesties ‒ op synodaal niveau te bespreken, vond Schilder dit een beknotting van zijn vrijheid als theoloog. Hij onttrok zich aan de verdere meningsvorming ter synode. Toen de synode in juni 1942 met overgrote meerderheid een oordeel gaf over de gerezen kwesties, waarbij niemand expliciet werd veroordeeld, kon men opgelucht ademhalen. Men had echter buiten KS gerekend: hij bleef de kerken oproepen tot verzet. Een papieren stortvloed overstroomde het land, het meeste van bezwaarde zijde. Op 11 augustus 1944 werd in Den Haag een "acte van vrijmaking" aangenomen: de GKN waren gescheurd. Ongeveer 10% van de landelijke gereformeerden ging met de "vrijmaking" van KS mee.
Minizuil
Bij de volkstelling van 1947 bleek dat 16% op een totaal van 25,4% gereformeerden in Kampen zich tot de vrijgemaakten rekende. Aan de Broederweg kwam een eigen Theologische Hogeschool, met nieuwe professoren. Zij kreeg de Nieuwe Kerk in gebruik. Landelijk ontstond een minizuil: eigen scholen, een dagblad, politieke partij en sociale organisaties. Al spoedig bleek dat de achterban om heel verschillende redenen had gekozen voor de actie van KS. Koos men voor de "dubbele" verzetsman; de bevlogen prediker; de artiest in hem; zijn theologische concepten? Of wilde men "vrij" zijn in oorlogstijd, ook van een synode die een geliefde voorganger de mond snoerde? Schilder stierf, betrekkelijk jong, in maart 1952. In 1967 zou zijn kerk opnieuw scheuren, ook in Kampen (het begin van de Nederlands gereformeerden). De vragen van de dag, de tijdgeest zo men wil, houden geen halt bij wat eens zo'n vaste burcht leek. Dat gold ook voor de GKN die achterbleven. Zij veranderden, zeker na 1960, in rap tempo. In 2004 gingen zij, met de hervormden en evangelisch-lutheranen over in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De naam, gesmeed in 1892, bleef bewaard bij de vrijgemaakten.