Boeren in actie
Wanhopig besloten 5.000 Overijsselse boeren in 1580 te gaan vechten tegen de soldaten die de omgeving van Raalte onveilig maakten. Met niet veel meer dan stokken, zeisen en pieken trokken zij ten strijde. Op hun vlag stond een zwaard met een leeggelopen halve eierdop. Zo lieten de boeren zien dat zij niks meer te verliezen hadden…
Een Spanjaard de baas
De Spaanse koning Filips II (de tweede) was vanaf 1555 de baas over de Nederlanden. Hij was een strenge koning. Filips wilde alles zelf beslissen. Ook vond de koning dat alle inwoners katholiek moesten zijn. Net als de hijzelf. Veel mensen hadden juist moeite met het katholieke geloof. Zij waren bijvoorbeeld tegen het vereren van beelden in de kerk. Deze mensen werden protestanten genoemd. Filips II liet de protestanten streng straffen.
Opstand
"Zo kan het niet langer", dacht een aantal mannen in Nederland. Eén van hen was Willem van Oranje. Die ken je misschien uit ons volkslied. Willem en zijn vrienden waren van adel en protestant. Ze wilden niet dat de koning in zijn eentje de baas speelde in Nederland. En ze vonden dat de koning moest stoppen met het straffen van protestanten. Filips II werd erg boos toen hij hoorde wat Willem en zijn vrienden wilden. Dat zou nooit gebeuren! Daarom kwamen de mannen in opstand tegen hun koning.
Oorlog
Na 1566 liep het uit de hand. De protestanten maakten de beelden in veel katholieke kerken kapot. Woedend stuurde de koning een groot leger naar de Nederlanden. Vanaf dat moment waren de Nederlanden en Spanje in oorlog. In Overijssel misdroegen de Spaanse soldaten zich verschrikkelijk. Daarom koos Overijssel in 1578 de kant van Willem van Oranje.
Verschrikkelijke jaren
In de jaren die volgden werd er hard gevochten in Overijssel. De boeren hadden er veel last van. Soldaten roofden de oogst en staken boerderijen in de brand. De Spanjaarden dwongen de dorpsbewoners veel geld te betalen. Anders zouden hun boerderijen geplunderd en in brand gestoken worden. Ook de steden hadden te lijden onder de oorlog. Pas in 1626 waren de opstandelingen de baas in alle Overijsselse steden.
Hoe liep het af met de boeren?
De soldaten die aan de kant van de opstandelingen vochten kregen bijna geen loon betaald. Ook moesten ze zelf voor hun eten zorgen. Dat deden ze door de boeren te beroven. Ze pakten hun vee af en steken de boerderijen in brand. Vanaf januari 1580 besloten de boeren terug te vechten. Tijdens de eerste slag waren de boeren succesvol. Maar tijdens de Slag bij Raalte werden 700 boeren gedood. Zij konden met hun stokken en zeisen niet op tegen de geweren van de soldaten. In juni 1580 kregen de boeren hulp van de Spanjaarden. In de slag op de Hardenbergerheide wisten de Spanjaarden en de boeren 1600 soldaten van de opstandelingen te doden.