Evenals de rest van Twente was Borne eeuwenlang slecht bereikbaar over de weg. Enige verbetering kwam er toen in 1827 de straatweg van Deventer, via Almelo en Hengelo naar Oldenzaal gereedkwam. Deze wegen hadden het grote bezwaar van de vele tollen. Verzoeken om Twente via een spoorweg te ontsluiten liepen aanvankelijk op niets uit. Pas toen in 1860 de Spoorwegwet tot stand kwam, kregen particuliere initiatieven een kans. Deze wet beoogde de aanleg van een aaneengesloten spoorwegnet in het hele land.
Particulier initiatief
In 1862 werd in Amsterdam de N.V. Spoorweg Maatschappij Almelo-Salzbergen (SMAS) opgericht met een zetel in Almelo en een kapitaal van f 21.000.000,‒. De maatschappij beoogde de aanleg van een particuliere spoorlijn van Almelo naar Salzbergen in Duitsland. De 55 km lange lijn zou gaan lopen via Borne, Hengelo, Oldenzaal en Bentheim. In Salzbergen sloot de lijn aan op een spoorverbinding met de steenkolenmijnen bij Ibbenbüren. De lijn was voor Twente van grote betekenis. De opkomende industrie, waaronder de textielfabriek Spanjaard in Borne, had steeds meer steenkool nodig voor de stoommachines die overal in rap tempo werden geïnstalleerd. Het railvervoer drukte de kolenprijzen zodanig, dat de relatief slechte concurrentiepositie van de Twentse textielindustrie sterk verbeterde. Na een aanvankelijke afwijzing gingen ook de Bornse gemeenteraadsleden akkoord met de op te richten spoorwegmaatschappij. Zij namen er zelfs aandelen in van f 8.000,‒ of f 10.000,‒ per persoon. Borne werd zo een schakel in de oudste spoorlijn van Twente.
Greentenkoel
Voor de aanleg van een deel van het baanlichaam werd grind
gebruikt dat afkomstig was van ontgrindingen bij Borne en Zenderen.
De Grintkolkenweg in Zenderen, een zijweg van de Zeilkerweg,
herinnert hier nog aan. In Borne werd grind gewonnen bij de
Letterveldweg. Deze greentenkoel werd tot 1930 door de
jeugd als zwembad gebruikt.
In 1925 nam de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij het
aandelenpakket van de SMAS over, nadat bij wet tot naasting van
particuliere spoorwegen was besloten. Hiermee hield de particuliere
spoorwegmaatschappij op te bestaan.
De eerste trein
Op 7 augustus 1865 liep de eerste locomotief Almelo binnen. Dat is ook de dag waarop Borne voor het eerst een stoomtrein mocht begroeten. Hoewel de lijn eerst enkelsporig was, had men al direct een baanlichaam aangelegd voor twee sporen. De dubbelsporige lijn van Almelo tot Hengelo werd in 1902 in gebruik genomen. In 1951 werd de lijn geëlektrificeerd. In zijn hokje in de goederenloods van het station resideerde tientallen jaren lang de heer Schoenmaker, in de wandeling Jöäpke genoemd. Hij verzorgde met zijn paard-en-wagen voor het landelijke transportbedrijf Van Gend & Loos het vervoer van de goederen die per spoor werden aan- of afgevoerd voor klanten in het dorp. Spanjaard had zijn eigen aansluiting op het spoor voor goederenwagons.
Station uit 1865
Het karakteristieke station van Borne, in 1865 gebouwd naar een Duits ontwerp in een neoclassicistische stijl en voorzien van ramen met ronde bogen, was oorspronkelijk opgetrokken in bruinrode baksteen met vele versieringen. Het stationsgebouw, de goederenloods en de woning van de stationschef, die traditioneel boven woonde, zijn meerdere keren verbouwd en uitgebreid. Na 1904 is het gebouw bijna geheel wit bepleisterd. In de jaren 1930 ontstond het grauwgrijze station dat vele ouderen nog hebben gekend. Ondanks hevig protest vanuit de Bornse bevolking is het stationsgebouw in 1975 na een geschiedenis van 110 jaar gesloopt en vervangen door een standaard haltegebouwtje. De fabriekssporen op het terrein van de voormalige textielfabriek Spanjaard zijn in 1987 opgebroken bij de sloop van de fabriek.