In december 2018 gaf de Raad van Bewindvoerders haar goedkeuring aan een herziene strategie voor de energiesector. Besluitvorming hierover had veel voeten in de aarde. Alle aandeelhouders ondersteunen in beginsel een transitie naar duurzame energie, met als voornaamste overweging de noodzaak klimaatverandering aan te pakken. Ook is er consensus dat de EBRD een rol te spelen heeft in deze transitie in de operatielanden van de bank. Maar over het tempo waarin deze transitie moet plaatsvinden lopen de meningen sterk uiteen. Met name landen met grote kolen- en/of aardgasvoorraden hebben niet zo'n haast. Ook over de rol die de bank moet spelen, lopen de meningen uiteen: gaat het vooral om innovatie of (ook) over het opschalen van investeringen in hernieuwbare energie? En wat is de rol van de markt bij dit alles.?
De nieuwe energiestrategie stelt dat de EBRD wil bijdragen aan energiezekerheid, energie die betaalbaar en duurzaam is via een transitie naar een marktgeoriënteerde low carbon energiesector. Een centrale rol is hierbij weggelegd voor het opschalen van van hernieuwbare energie.
De nieuwe strategie stelt verder dat de bank geen financiering zal verstrekken voor:
- kolenontginning en kolengestookte energiecentrales;
- upstream aardolie exploratie; en
- upstream verwerking van aardolie met een mogelijke uitzondering voor het affakkelen van gas.
Daarentegen zal de bank verder gaan met ondersteuning van de aardgassector, mits dat consistent is met een low carbon transitie.
Nederland heeft herziening van de energiestrategie van harte ondersteund. M.b.t. de aardgassector werd Nederland overigens wel met een dilemma geconfronteerd. Enerzijds is er veel te zeggen voor een exclusieve focus van de bank op hernieuwbare energie. Anderzijds is er in Nederland veel expertise beschikbaar op aardgasgebied, die ingezet zou kunnen worden in door de bank meegefinancierde projecten.