In de eerste vijftien jaar richtte Nederland zich ten aanzien van de inrichting van de hulp voornamelijk op de multilaterale structuren vanuit de overtuiging dat Nederland te klein was voor het inrichten van een eigen bilateraal hulpprogramma.
Het meewerken aan VN projecten zorgde vanaf het begin voor inter- en intraministeriële competentiegeschillen. In 1949 werd dit tijdelijk opgelost door de vorming van een interdepartementale Werkcommissie inzake Technische Hulp aan Laagontwikkelde Landen (Withall).
In hetzelfde jaar besloot het kabinet een bedrag van f.1,5 mln. voor technische bijstand bij het VN programma EPTA, dit wordt gezien als het begin van de officiële Nederlandse ontwikkelingssamenwerking (al werden er grotere bedragen geld naar de koloniën gestuurd). De doelstellingen van de nieuwe overheidsactiviteit werd samengevat in de nota betreffende de Nederlandse bijdrage aan het programma der Verenigde Naties voor technische hulp aan economische laag-ontwikkelde landen. In deze Nota werden drie motivaties gegeven waarom Nederland zou moeten meewerken aan het VN-programma: grotere bekendheid in het buitenland, mogelijke exportmogelijkheden en plaatsing van intellectuelen en technici waarvoor in Nederland geen plaats is.
Nota:
Bronnen:
- Soest, Jaap van (1975), Het begin van de ontwikkelingshulp in de Verenigde Naties en in Nederland, 1945-1952
- Nekkers, J.A. & P.A.M.Malcontent, red. (1999), De geschiedenis van vijftig jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, 1949-'99, Sdu Uitgevers, Den Haag
- Digitale Versie Bronnenuitgave Nederlandse ontwikkelingssamenwerking 1944-1989
- Handelingen Staten Generaal over technische hulp aan economisch laag ontwikkelde landen 1950
- Nederlandse Ontwikkelingssamenwerking sinds 1949.
- Andere Tijden. (2017) Met geld en idealen naar het buitenland: Nederland en Ontwikkelingssamenwerking.
- Algemene informatie; Werkcommissie inzake Technische Hulp aan Laag-ontwikkelde Landen
- Coppens, H.A.J. (2019), "Ministers voor de schone schijn? De eerste vijf ministers voor Ontwikkelingssamenwerking van Nederland", Hoofdstuk 2 Voorgeschiedenis 1945-'65