Hebban olla vogala

Monnik 1 en monnik 2

‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu’. Dat is het tekstje dat de monnik in 1100 opschreef om zijn veer te testen. Het is geschreven in het Oud-Nederlands. Het probeerzinnetje is één van de oudste geschreven zinnetjes in onze taal. Het is maar goed dat de monnik even nadacht voor hij iets opschreef. En het is ook fijn dat hij
het in zijn eigen taal schreef, zodat wij het nu kunnen lezen. Met een beetje hulp. Dat wel.

Theaterleesverhaal: Hebban olla vogala

Twee Vlaamse monniken schrijven in een klooster een Latijnse
tekst over. Zij doen dat met inkt en een ganzenveer.

Wil je het verhaal 'Hebban olla vogala' over twee schrijvende monniken en het begin van de Nederlandse taal lezen?
Je kunt het vinden in het boek Ontsnapt! Theaterlezen over toen, geschreven door Marlies Verhelst en Ineke Kraijo. De illustraties zijn van Helen van Vliet. Uitgeverij de Inktvis.

Het verhaal lees je samen, ieder leest z'n eigen rol. Eerst een paar keer goed oefenen en dan treed je op voor publiek. Dat kan zijn in je klas, maar het kan ook thuis voor je familie of je vriendjes!
Dit verhaal voor twee rollen staat op bladzijde 34 t/m 37.

Toi, toi, toi!

 

Meer weten over het begin van de Nederlandse taal?

Luister hier naar een liedje uit Klokhuis over deze beroemde zin!

Vensterles groep 5-8 over Hebban olla vogala.