Waarschijnlijk zijn de Neanderthalers daarna niet meer in onze streken geweest omdat het klimaat te koud werd,. In ons vlakke land zijn er geen grotten waarin ze konden verblijven. Waarschijnlijk zijn er daarom ook geen menselijke resten gevonden, zoals in grotten in Frankrijk, Spanje en Duitsland.
Neanderthalers hadden geen vaste woonplaatsen. Het waren zwervende jagers, en verzamelaars van plantaardig voedsel. Ze joegen in groepen op de oerdieren zoals wolharige mammoeten en neushoorns, en reuzeherten. Ze droegen geen kleding, maar hun lichaam was sterk behaard en ze kenden al het gebruik van vuur.
Tussen de ijstijden bestond onze omgeving uit kale vlaktes, er was dus geen hout beschikbaar om te stoken of om wapens van te maken. Er zijn dan ook geen resten van speren gevonden. De gevonden stenen voorwerpen zijn messen, schrapers, vuistbijltjes e.d. die werden gemaakt door van grote kiezels die hier overal te vinden waren stukken en scherfjes af te slaan tot een bruikbare vorm overbleef.
Literatuur
Eelco Rensink en Piet van Gisbergen, “Bivakkerende Neanderthalers … Een grote, rijke vindplaats bij Diessen en Esbeek.” In: Tussen Paradijs en Toekomst 108 (2020), p. 7-14
Eelco Rensink & Jan-Willem de Kort, “Neanderthaler-gereedschap tussen Esbeek en Diessen”. In: Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2020 nr. 1, p. 4-7
