Tachtigjarige oorlog

De Achterhoek en de 80-jarige oorlog

Toen Karel V overleed werd zijn rijk verdeeld. Zijn broer kreeg het gebied dat nu het huidige Duitsland is. Zijn zoon Filips II kreeg de macht over Spanje, Portugal, delen van Italië en Frankrijk, koloniën in Amerika én de Nederlanden. Filips II was net als zijn vader katholiek. Nog erger dan dat zijn vader dat was geweest. Dat was een probleem, want in Nederland gold op dat moment godsdienstvrijheid. Het merendeel van de Nederlandse bevolking was niet katholiek maar protestants. De vader van Filips II had de Staten-Generaal het bestuur van Nederland laten doen. Filips was het daar niet mee eens. Hij wilde zijn macht centraliseren. Zo zouden in zijn hele gebied dezelfde regels gelden, hij kon overal dezelfde belasting heffen én hij wilde dat iedereen in zijn rijk katholiek werd. De inwoners van de Nederlanden waren absoluut niet blij met Filips II. De edelen vonden het niet kunnen dat ze buiten het landsbestuur werden gehouden. Ze waren daarnaast ook een deel van hun macht kwijt omdat Filips het wilde centraliseren. Ze werden niet langer benoemd tot leden van de Staten-Generaal. Het volk was niet blij met Filips II omdat de belastingen enorm omhoog waren gegaan. Daarnaast waren ze het niet eens met de levenswijze van een deel van de katholieke geestelijkheid. Ook hielp de slechte economie niet mee. Zowel het volk als de edelen waren tegen de strenge vervolging van de protestanten. In 1568 barste de oorlog los (1568 Slag bij Heiligerlee).

Geschiedkundigen die over de Tachtigjarige Oorlog schrijven bekijken en beschrijven alles vanuit het standpunt van het rijke Holland. Daar zat het geld en de macht. Maar juist voor de regio waren de gevolgen enorm. Terwijl het in Holland en Zeeland na de moord op Oranje relatief rustig bleef en een periode van grote welvaart begon, werd er in de randgebieden volop geleden.
De Tachtigjarige Oorlog in de randgebieden zoals de Graafschap en Twente was een soort guerrillaoorlog: korte acties, belegeringen, veel verschroeide aarde en plunderingen door partijen die elkaar met wisselende kansen bestreden. Het is ook maar de vraag of er wel sprake was van een oorlog. Een boer in de Achterhoek had er geen enkel besef van dat hij zich in de Tachtigjarige Oorlog bevond. Wat hij merkte, was de voortdurende onzekerheid van zijn bestaan. Zijn leven voltrok zich onder de permanente dreiging van plundering, brandschatting, armoede, ziekte en hongersnood. Soms was die dreiging groot, soms minder groot. Maar weg was die dreiging nooit. Spanjaarden of Staatsen: de dood was altijd dichtbij.
Ruwweg tussen 1580 en 1630 waren de Achterhoek en Twente het toneel van voortdurende kleine botsingen tussen de twee oorlogvoerende partijen. Elk dorp, elke havezate heeft zijn eigen verhaal. Plaatselijke machthebbers konden zomaar van kleur veranderen, de kansen wisselden voortdurend. Dan weer lagen de Spanjaarden boven, dan weer de troepen van de Republiek. Het moet een verschrikkelijke tijd zijn geweest. Daar kwam bij dat de soldaten van toen een zootje ongeregeld was. Het waren huurlingen uit heel Europa. Voor geld kwamen ze hier vechten. Wie het meest betaalde, was de baas. Bleven de betalingen uit, dan zetten ze het meestal op een plunderen. In feite hebben ze tientallen jaren lang de Achterhoek onveilig gemaakt. Sommigen zijn hier ook blijven hangen.In verschillende streken, waaronder de Graafschap, houdt het Hollandse leger flink huis. Zij steken huizen en gewassen in brand, nemen vee in beslag en vernielen de werkbouwtuigen. Daardoor wordt het leven hier eigenlijk onmogelijk gemaakt. Uiteindelijk zal tussen 1572 en 1609 zo’n 70 procent van de bevolking overlijden, mede door de toepassing van deze militaire techniek.

Hoe erg het was in de regio Hengelo Zelhem blijkt ook uit archieven waarin blijkt dat in januari 1589 een kwart van het kwartier onbebouwd lag. In de kerspelen Zelhem, Hengelo, Steenderen en het Richterambt Doesburg bevonden zich in juli 1589 niet meer dan 53 boerenhuishoudens. In 1511‐1512 bevonden zich in de kerspelen Zelhem, Hengelo en Steenderen samen nog 241 boeren‐ huishoudens.

Bronnen:

1) De verschroeide aarde van Twente en de Achterhoek tijdens de tachtigjarige-oorlog. https://www.tubantia.nl/regio/de-verschroeide-aarde-van-twente-en-de-achterhoek-tijdens-de-tachtigjarige-oorlog~acac4c9c/ Geraadpleegd: 26-11 2021

2) Vermeesch, G. (2006). Oorlog, steden en staatsvorming : de grenssteden Gorinchem en Doesburg tijdens de geboorte-eeuw van de Republiek (1570-1680). Amsterdam University Pres