Geschiedkundigen die over de Tachtigjarige Oorlog schrijven bekijken en beschrijven alles vanuit het standpunt van het rijke Holland. Daar zat het geld en de macht. Maar juist voor de regio waren de gevolgen enorm. Terwijl het in Holland en Zeeland na de moord op Oranje relatief rustig bleef en een periode van grote welvaart begon, werd er in de randgebieden volop geleden.
De Tachtigjarige Oorlog in de randgebieden zoals de Graafschap en Twente was een soort guerrillaoorlog: korte acties, belegeringen, veel verschroeide aarde en plunderingen door partijen die elkaar met wisselende kansen bestreden. Het is ook maar de vraag of er wel sprake was van een oorlog. Een boer in de Achterhoek had er geen enkel besef van dat hij zich in de Tachtigjarige Oorlog bevond. Wat hij merkte, was de voortdurende onzekerheid van zijn bestaan. Zijn leven voltrok zich onder de permanente dreiging van plundering, brandschatting, armoede, ziekte en hongersnood. Soms was die dreiging groot, soms minder groot. Maar weg was die dreiging nooit. Spanjaarden of Staatsen: de dood was altijd dichtbij.
Ruwweg tussen 1580 en 1630 waren de Achterhoek en Twente het toneel van voortdurende kleine botsingen tussen de twee oorlogvoerende partijen. Elk dorp, elke havezate heeft zijn eigen verhaal. Plaatselijke machthebbers konden zomaar van kleur veranderen, de kansen wisselden voortdurend. Dan weer lagen de Spanjaarden boven, dan weer de troepen van de Republiek. Het moet een verschrikkelijke tijd zijn geweest. Daar kwam bij dat de soldaten van toen een zootje ongeregeld was. Het waren huurlingen uit heel Europa. Voor geld kwamen ze hier vechten. Wie het meest betaalde, was de baas. Bleven de betalingen uit, dan zetten ze het meestal op een plunderen. In feite hebben ze tientallen jaren lang de Achterhoek onveilig gemaakt. Sommigen zijn hier ook blijven hangen.In verschillende streken, waaronder de Graafschap, houdt het Hollandse leger flink huis. Zij steken huizen en gewassen in brand, nemen vee in beslag en vernielen de werkbouwtuigen. Daardoor wordt het leven hier eigenlijk onmogelijk gemaakt. Uiteindelijk zal tussen 1572 en 1609 zo’n 70 procent van de bevolking overlijden, mede door de toepassing van deze militaire techniek.
Hoe erg het was in de regio Hengelo Zelhem blijkt ook uit archieven waarin blijkt dat in januari 1589 een kwart van het kwartier onbebouwd lag. In de kerspelen Zelhem, Hengelo, Steenderen en het Richterambt Doesburg bevonden zich in juli 1589 niet meer dan 53 boerenhuishoudens. In 1511‐1512 bevonden zich in de kerspelen Zelhem, Hengelo en Steenderen samen nog 241 boeren‐ huishoudens.
Bronnen:
1) De verschroeide aarde van Twente en de Achterhoek tijdens de tachtigjarige-oorlog. https://www.tubantia.nl/regio/de-verschroeide-aarde-van-twente-en-de-achterhoek-tijdens-de-tachtigjarige-oorlog~acac4c9c/ Geraadpleegd: 26-11 2021
2) Vermeesch, G. (2006). Oorlog, steden en staatsvorming : de grenssteden Gorinchem en Doesburg tijdens de geboorte-eeuw van de Republiek (1570-1680). Amsterdam University Pres