De laatste gehangene

Het verhaal van Heere Moses

Het is 10 oktober 1736. Een rumoerige groep inwoners van het stadje Vlaardingen heeft zich verzameld op de Markt. Alle ogen zijn gericht op de galg, die pal voor het stadhuis staat opgesteld. Na het ‘klockegeslagh’ wordt het doodvonnis vanaf het stadhuisbordes afgekondigd.
De beul neemt zijn positie in, als een geknevelde man zich schoorvoetend in de richting van de galg begeeft. Het is de uit Duitsland afkomstige crimineel Heere Moses. Enkele minuten later voert de beul het vonnis uit. Heere Moses zal de laatste zijn die op deze wijze in Vlaardingen ter dood wordt gebracht.

Wat eraan vooraf gaat
Heere Moses is geboren in Frankfurt in Duitsland. Decennialang leidt hij een zwervend bestaan en houdt zich in leven door misdaad en heling. Zo berooft hij met kameraden in Leeuwarden een priester en bedreigt de man met de dood. Zijn twee maten worden hiervoor opgepakt en ter dood veroordeeld.
Zelf ontspringt hij de dans en trekt verder het land in. In Nijmegen vindt hij twee nieuwe bendeleden die hem vanaf dat moment vergezellen op zijn criminele pad. Op 28 augustus 1736 arriveren ze in Vlaardingen…

Overval
Die dag loopt Heere Moses met zijn twee kompanen vanuit Schiedam over het Toepad (nu Schiedamseweg) naar Vlaardingen. In de verte zien zij een vrouw aankomen en ze besluiten haar te beroven. De vrienden roepen "Vermoort de vrouw, wij sullen u helpen en het goed dat sij heeft, zullen wij tsamen deelen". Snel verstopt Heere Moses zich achter een schutting. Zodra de vrouw langsloopt overvalt hij haar. Het geluk is echter aan haar zijde. Ze wordt door de koetsiers van twee zojuist passerende rijtuigen ontzet en krijgt haar bezittingen terug. Heere Moses wordt in zijn kraag gegrepen en belandt achter de tralies. Zo komt er een eind aan zijn jarenlange rooftochten.

Het proces
Na een maand achter de tralies van het cachot (cel) onder het stadhuis te hebben doorgebracht, volgt op 28 september de eerste ‘Regtdagh’. Tijdens het verhoor confronteert de baljuw (een soort rechter) hem ook met al zijn eerder begane misdaden. In het verslag ervan is onder meer te lezen dat het stel onder zijn aanvoering in verschillende plaatsen naast textiel ook goud, zilver en geld buit maakte.
Ze blijken vanuit Nijmegen op weg naar Holland een spoor van diefstal en geweld te hebben getrokken door Culemborg, Geldermalsen, Den Bosch, Middelburg, Steenbergen en Dordrecht.
Op 5 oktober, de tweede 'Regtdagh’, bekent Heere Moses al zijn misdaden, ook zijn laatste. Dat doet hij volgens het rechtbankverslag ‘buyten pijne en banden van ijser’. Hij is naar het schijnt dus niet onder druk gezet tijdens het verhoor.

Doodvonnis
Door deze bekentenis is zijn lot bezegeld. De baljuw eist de doodstraf en in de eis worden de details opgenomen: hij zal op de openbare executieplek met een koord worden gewurgd en zijn dode lichaam zal vervolgens op een plank door de stad naar het Galgeveld aan de rivier De Maas worden gesleept.
Daar zal het als afschrikwekkend voorbeeld worden opgehangen aan een van de daar geplaatste galgen. De uitspraak is conform de eis. Op 10 oktober 1736 ondergaat Heere Moses zijn straf en sterft hij aan de galg. Zijn lijk bungelt daarna nog enige tijd aan een strop op het Galgeveld.

We weten dit alles doordat het verloop van dit en andere strafprocessen gedetailleerd is opgeschreven in de zogeheten ‘Criminele Rollen’. Deze zijn bewaard gebleven en bevinden zich in het Stadsarchief. Heere Moses zal de laatste persoon zijn die op deze manier in Vlaardingen de dood vindt.

Maar Moses is niet de laatste persoon die ter dood veroordeeld is in Vlaardingen. Op 10 mei 1749 wordt de 23-jarige Schiedammer Maarten Jacobse van Eijk 'gestraft met het zwaard tot de dood er op volgde'. Daarna wordt hij ‘in een kist gelegt’ en op 'het verkeerde kerkhof' begraven.