Zandwegen
Westerwolde werd tot ongeveer 1800 omringd door water van de moerassen en van de Dollard. Daardoor was het gebied alleen te bereiken via Winschoten of Bourtange. Bij Ter Apel was er een dijk naar de schans bij Valthe, als verbinding met Drenthe. Binnen Westerwolde waren weinig wegen. Deze liepen voor een groot deel over de dijkjes die langs de beken waren aangelegd. Alle wegen waren onverhard en daardoor vaak moeilijk begaanbaar. In natte tijden veranderden ze in modderpoelen.
Waterwegen
Over het water was Westerwolde bereikbaar in het Noorden via de Westerwoldse Aa, maar deze was slechts bevaarbaar tot Wedde. Pas na de aanleg van het Stadskanaal in 1850, het Mussel-Aa-kanaal in 1916 en het Ruiten-Aa-kanaal in 1920 waren ook de “binnenlanden” van Westerwolde per schip bereikbaar. Daardoor werd ontginning mogelijk.
Straatwegen vanuit het Noorden
Pas na 1850 werd begonnen de weg van Winschoten naar Blijham te bestraten. Hier ging men mee door tot Nieuweschans en Bourtange, waarmee ook de weg door Wedde, Vlagtwedde, Vriescheloo en Bellingwolde verhard was. Vanuit Bellingwolde werd de weg naar Rhede in Duitsland verhard. En vanuit Wedde kwam een straat naar Onstwedde, die werd doorgetrokken naar Stadskanaal.
In dezelfde periode werd het Stadskanaal aangelegd, waar ook een verharde weg naast werd gemaakt. Hierdoor werd Ter Apel na 1868 bereikbaar vanuit Zuidbroek via Veendam.
Westerwolde bereikbaar
Na 1900 verliep de verharding van de wegen in Westerwolde snel. Je kon in 1902 over verharde wegen van Nieuwe Pekela via Alteveer naar Onstwedde rijden. In 1906 was de verharde weg van Vlagtwedde naar Ter Apel klaar en in 1910 van Onstwedde naar Musselkanaal. Toen in 1920 de weg tussen Vlagtwedde en Onstwedde ook was verhard, waren bijna alle dorpen in Westerwolde over een verharde weg te bereiken. Vanuit het zuiden naar Ter Apel was de ontsluiting al compleet door verharde wegen naar Emmen.
Tussen 1920 en 1940 werden de veengebieden tussen de Mussel Aa en de Ruiten Aa ontgonnen, evenals die langs de grens met Duitsland, waarbij meerdere verharde wegen werden aangelegd.
Spoorwegen
In Westerwolde werd vroeger veel gelopen, alleen wie een paard had kon een wagen of een rijtuigje gebruiken. Toen er meer verharde wegen kwamen, reden er boderijders tussen o.a. Zuidbroek en Ter Apel. Deze namen ook wel personen mee. In 1885 werd een paardentramlijn aangelegd van Winschoten naar Stadskanaal. Tien jaar later kwam die er ook van Zuidbroek via Veendam - Wildervank, naar Ter Apel. Vijf jaar later reed er ook een paardentram tussen Winschoten en Bellingwolde.
In 1907 verscheen de eerste stoomtram. Deze reed tussen Ter Apel en Emmen. Enkele jaren later werden ook de paardentram tussen Ter Apel en Winschoten en die tussen Winschoten en Bellingwolde vervangen door een stoomtram. Er waren toen speciale “dierentuintram-reisjes’ van Winschoten naar de dierentuin in Emmen. Enkele reis duurde die rit bijna drie uur. De tram reed maximaal 20 km per uur.
Al vanaf 1930 werden er tramlijnen beëindigd, vanwege de concurrentie van auto’s en bussen. Tijdens de tweede wereldoorlog was er een groot tekort aan benzine, daarom werd er toen wel weer meer met de tram gereisd. In 1948 werden alle tramlijnen opgeheven.
Nieuweschans was al in 1868 per trein te bereiken vanuit Groningen via Winschoten. Stadskanaal kreeg in 1910 een treinverbinding met Groningen via Zuidbroek en met Assen via Gasselternijveen en in 1917 met Ter Apel en de Duitse grens.
Er Op Uit:
Bekijk een voormalig tramstation in
- Blijham (Winschoterweg 29),
- Jipsinghuizen (hoek Wollinghuizerweg).
Of bezoek de voormalig remise in Bellingwolde (Oudeschanskerweg 2).
Zelf lezen:
Wat is er in de loop van de tijd in jouw omgeving veranderd?
Tekstbronnen:
J.E. Muntinga: Het Landschap Westerwolde", Wolters 1945 blz. 151