Bronnen:
zie Colofon voor de geraadpleegde bronnen
MijnStadMijnDorp: Historische Werkgroep Lemelerveld
YouTube: Histo Lemelerveld
Facebook: Histo Lemelerveld
YouTube - kanaal Histo Lemelerveld:
video-presentaties historie Lemelerveld
(de video vertoont afbeeldingen zonder geluid;
tijdsduur: 12 sec per beeld)
Bronnen:
zie Colofon voor de geraadpleegde bronnen
MijnStadMijnDorp: Historische Werkgroep Lemelerveld
YouTube: Histo Lemelerveld
Facebook: Histo Lemelerveld
Meer dan 1200 jaar geleden hoort Nederland bij het enorme Frankische rijk. Karel de Grote is de koning. Waarschijnlijk krijgt hij die bijnaam omdat hij zo'n groot rijk bezit. Maar hij is zelf ook groot. In de middeleeuwen zijn de mensen kleiner dan nu. Karel is 1 meter 84 en steekt met kop en schouders boven de meeste mensen uit.
De Saksen zijn Karels grootste vijanden. Zij zijn geen christenen, zoals Karel, maar geloven in Germaanse goden. De Saksen vallen steeds Frankische dorpen aan. Karel wil het land van de Saksen veroveren. Hij belooft dat hij ze niet zal doden als ze christenen worden. Omdat ze dat weigeren, laat hij hun heilige bomen omhakken. Karel laat hele gebieden verwoesten, dorpen verbranden en duizenden gevangenen onthoofden. Pas na meer dan 30 jaar geven de Saksen zich over.
In Rome woont de paus. Hij is het hoofd van de kerk en dus van alle christenen. Rijke mannen vinden dat hij zijn werk niet goed doet en sluiten hem op. De paus ontsnapt uit zijn kerker en vlucht naar Karel. Die zorgt ervoor dat de paus weer de baas wordt in Rome. Als dank kroont de paus hem in het jaar 800 tot Keizer van het Avondland (Europa).
Karel is nu de machtigste man van het christelijke Europa. Hij ziet zichzelf als opvolger van de Romeinse keizer. Het Romeinse rijk is een belangrijk voorbeeld voor hem. Dat zie je aan de kerken en paleizen die hij laat bouwen. Maar je ziet het vooral ook aan de munten die hij laat slaan. Daarop staat hij afgebeeld als een Romeinse keizer.
Na veel veldtochten is Karels rijk bijna net zo groot als Europa nu. Hij is de eerste met zo'n groot land na de Romeinen. Daarom noemen we hem ook wel Vader van Europa. Rust en eenheid is belangrijk in zo'n enorm rijk. Daarom laat Karel alle wetten en regels opschrijven en zorgt hij ervoor dat iedereen zich daaraan houdt.
Als er in een groot land ontevreden mensen zijn, kan er een opstand uitbreken. Daarom werkt hij op allerlei manieren aan de eenheid in zijn rijk. Het christelijke geloof blijft daarbij het belangrijkst. Wie de priesters of het christendom beledigt kan zelfs de doodstraf krijgen. Ook moet er één munt komen. Tot zijn spijt lukt hem dat niet. De euro komt er pas twaalf eeuwen later, in 2002.
Het is niet makkelijk om zo'n groot land te regeren. Je weet nooit of ergens een opstand uitbreekt. Maar daar heeft Karel iets op bedacht. Hij geeft rijke mensen een stuk land te leen. In ruil daarvoor zweren deze leenmannen trouw aan de koning. En ze moeten veel doen: de rust bewaren, wetten uitvoeren en soldaten sturen voor zijn leger.
Karel reist zelf ook veel door het land om te weten wat er gebeurt. Op verschillende plaatsen in zijn rijk heeft hij een palts. Daar komt het woord 'paleis' vandaan. Er horen ook gebouwen bij voor de hofhouding en de soldaten. Om de belangrijkste gebouwen staat een muur. Daarbuiten zijn de boerderijen, die het voedsel voor de koning en zijn mensen moeten leveren. Ook in Nederland heeft Karel een palts: het Valkhof in Nijmegen. Helaas is het niet bewaard gebleven. De heuvel waarop hij stond is er nog wel.
In de middeleeuwen kunnen veel mensen niet lezen en schrijven. Zelfs de koning niet! Maar hij vindt het belangrijk dat meer mensen dat leren. Daarom moeten de monniken nieuwe letters ontwikkelen. Die zijn makkelijker te lezen. We gebruiken ze nog steeds. Ook komen er scholen voor rijke jongens. Die kunnen Karel later helpen zijn rijk te besturen.
Een koning moet belangrijke papieren ondertekenen. Maar hoe doe je dat als je niet kunt schrijven? Speciaal voor Karel de Grote hebben de monniken een mooie handtekening bedacht. Zij schrijven het grootste deel en Karel hoeft dan nog maar 2 lijntjes te zetten.
Als Karel ouder wordt wil hij niet meer zoveel reizen. Daarom zoekt hij één plek om te wonen. Hij kiest voor de stad Aken, want daar kan hij lekker zwemmen in de geneeskrachtige warmwaterbronnen. Karel de Grote sterft als hij 72 is. Dat is erg oud voor die tijd. Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgt hem op.
In de tijd van Karel hebben mensen nog geen achternamen. Koningen krijgen vaak een bijnaam. Die is soms wel grappig. Karels vader heet koning Pepijn de Korte en zijn moeder Bertrada met de Grote Voeten. Die bijnamen zeggen natuurlijk iets over de persoon. Karel houdt van lekker en veel eten en geld uitgeven. Zijn zoon vindt het belangrijk om als christen zuinig te zijn. Hij is een rustige, serieuze man. Tot zijn spijt lukt het Lodewijk niet om het rijk van zijn vader bijeen te houden. Het wordt verdeeld onder zijn drie zonen. Dat betekent het einde van het machtige Frankische rijk.
Karel kiest Aken als hoofdstad van zijn rijk en bouwt er zijn belangrijkste palts. Het ligt op een goede, veilige plek middenin zijn rijk en vlakbij de Ardennen. Daar kan hij lekker jagen. Aken is voor Karel het nieuwe Rome. Hij laat er een prachtige kerk bouwen. De kapel van die kerk is er nog steeds. Het is de plek waar Karel werd begraven.
In Aken kun je nog gebouwen en voorwerpen uit Karels tijd bekijken. De prachtige dom staat op de plek waar Karel ooit zijn palts (paleis) had. In de kapel vind je een met goud beklede doodskist met de beenderen van Karel. Ook zijn marmeren troon kun je er zien. Het is alleen niet de echte, maar een kopie. In de schatkamer van de Dom worden bijzondere voorwerpen bewaard uit de tijd van Karel. Heel veel goud en edelstenen!
Na Karels dood verschijnen er veel verhalen over hem. Een van de beroemdste is 'Karel en Elegast'. Dat verhaal wordt rond het jaar 1250 geschreven - meer dan 400 jaar na zijn dood! Voor ons zijn die middeleeuwse verhalen moeilijk te lezen. De taal is heel anders en de spelling ook.
'Karel en Elegast' begint met een droom. Een engel fluistert Karel in dat hij moet opstaan om te gaan stelen. Karel wil niet (want wat als hij betrapt wordt?), maar hij is een gelovig man, dus hij gehoorzaamt de engel toch. In het pikkedonker gaat hij naar buiten. In het bos wordt hij aangevallen door een zwarte ridder. Karel verslaat hem en ontdekt dat hij Elegast heet. Op het eind van het verhaal weet je waarom de engel Karel op pad heeft gestuurd…
Karel wil goede vrienden blijven met de landen om hem heen. Hij is rijk en geeft graag dure cadeaus. Daarmee maakt hij veel indruk op andere staatshoofden. Maar zelf krijgt hij het meest bijzondere geschenk… de witte olifant Abul Abbas. Karel krijgt hem van Harun-al-Rashid, de kalief (hoofd van de gelovigen) van Bagdad. Dit is nu de hoofdstad van Irak.
Bagdad is de hoofdstad van het Arabische rijk. De stad is rijk door de handel. Europa heeft nog geen grote steden, maar Bagdad heeft al 1 miljoen inwoners! Karel heeft een gezantschap naar de kalief gestuurd. Die stuurt hem als teken van vriendschap de olifant. Abul-Abbas gaat mee op Karels reizen. Karel gebruikt hem misschien om de vijand te laten schrikken. In een veldslag tegen de Denen komt de olifant om het leven.
Vensterplaat Karel de Grote. Voor docenten: Vensterles groep 5-6 en 7-8. Illustratie: Jan Lieffering.
Vensterplaat