Zwakke troepenmacht
Op 22 juni 1939 kwam koningin Wilhelmina naar Oost-Groningen om de aan de grens gelegerde troepen te inspecteren. In Musselkanaal, Stadskanaal en Ter Apel waren die dag veel mensen op de been om een glimp van de koningin op te vangen. Na de mobilisatie was er in het noorden van Nederland een zwakke troepenmacht, die belast was met de verdediging van de drie noordelijke provincies. De centrale commandopost bevond zich in de stad Groningen. In Onstwedde, Stadskanaal en Ter Apel bevonden zich commandoposten. Er werden schema’s opgesteld waarin stond welke bruggen en sluizen moesten worden opgeblazen, mocht Duitsland tot de aanval overgaan.
Bewapening
Op diverse plekken werden kazematten (bunkers) gebouwd. Deze bunkers zijn nog steeds in het landschap langs de grens tussen Ter Apel en Bellingwolde te vinden. De bewapening van de eenheden die in Westerwolde gelegerd waren stelde niet zoveel voor. Er was vrijwel geen artillerie, dat wil zeggen dat de troepen in Noord-Nederland nauwelijks de beschikking hadden over kanonnen en tanks. Omstreeks 7 mei 1940 nam de spanning toe. Alle verloven werden ingetrokken. Langs de Duitse grens werden troepenbewegingen waargenomen en dus werden maatregelen getroffen die nodig waren om de bruggen in geval van een Duitse invasie op te blazen.
Duitse inval
In de nacht van 9 op 10 mei, even na 03.00 uur, passeerden de eerste Duitse patrouilles de grens met Groningen. Een uur later werd het bevel gegeven om de aangewezen bruggen en sluizen op te blazen. De Duitse Eerste Cavalerie Divisie trok via Nieuweschans ons land binnen met als doel zo snel mogelijk de Afsluitdijk te bereiken. Het Nederlandse leger had met veel scenario’s rekening gehouden, maar niet met een pantsertrein die via Nieuweschans het Nederlands grondgebied met hoge snelheid binnen denderde. De trein kwam in Winschoten tot stilstand omdat de spoorbrug was opgeblazen. Veel tegenstand ondervonden de Duitsers niet. De Nederlandse troepen lagen te verspreid langs de grens om het de Duitse eenheden lastig te kunnen maken. Bovendien waren veel soldaten nodig om bruggen op te blazen en verliep de communicatie en coördinatie binnen het Nederlandse leger moeizaam. De militaire verdediging in het Noorden was er op gericht om de opmars van de vijand te vertragen, maar in de praktijk bleek deze tactiek niet erg succesvol.
Capitulatie
Zonder veel tegenstand werden de noordelijke drie provincies onder de voet gelopen. Het doel van de Duitsers was om via de Afsluitdijk naar de randstad op te trekken. Vanwege succesvolle tegenstand bij Kornwerderzand is hun dat niet gelukt. In het westen van Nederland vonden hier en daar hevige gevechten plaats tussen het Nederlandse leger en Duitse troepen. Bij deze gevechten zijn ook diverse jonge mannen uit Westerwolde gesneuveld. Op 15 mei capituleerde het Nederlandse leger.
Zelf lezen:
Koningin op bezoek bij Ter Apeler soldaten
Er op uit:
In Westerwolde staan op verschillende plaatsen nog kazematten:
- Bij de parkeerplaats van de Vesting Bourtange,
- in De Weite langs het kanaal.
- In De Lethe (Bellingwolde) eveneens langs het kanaal, vlakbij de grens met Duitsland.
- In Ter Apel eveneens langs het kanaal.
Bronnen:
- Hans Onderwater: Moblisatie Collaboratie Liberatie, (1977)
- Harry Wubs: Surrogaat is er genoeg, (2011)