De Afscheiding

Aanleiding is het conflict dat ontstaat in Ulrum naar aanleinding van een publicatie van ds. H. de Cock

Landelijk
In 1834 komt het tot een hoog lopend kerkelijk conflict in Ulrum, een dorpje in Groningen. Ds. Hendrik de Cock wordt door het Provinciale kerkbestuur aangeklaagd over de inhoud van zijn boekje over de “ware gereformeerde leer”. De Cock wordt geschorst voor onbepaalde tijd en afgezet. Spoedig wordt door De Cock de “akte van Afscheiding of Wederkeer” opgesteld. In deze akte wordt de Hervormde kerk als een valse kerk beschreven. En we vinden in de akte bezwaren op :
• De leervrijheid binnen de kerk los van de belijdenisgeschriften
• Het algemeen reglement van 1816
• De invoering van de Evangelische gezangen in 1806
• De invloed van de verlichting
De rapen zijn gaar. Op 13 oktober 1834 scheidt ds. Hendrik de Cock met de meeste van zijn gemeenteleden zich af van de Nederlands Hervormde Kerk. Terugkeer naar de kerk kan alleen als de Nederlands Hervormde Kerk terugkeert tot “de waarachtige dienst des Heeren”.
De gevolgen blijven niet uit. De afscheiding krijgt landelijk veel gevolg. In 1836 zijn er al 130 afgescheiden gemeenten. In 1839 zijn het er inmiddels 150.
In reactie op de afscheiding haalt koning Willem I een oude wet van Napoleon Bonaparte onder het stof vandaan. Daarin stond dat vergaderingen van meer dan twintig personen verboden waren. Dat moest de Afgescheidenen beletten om eigen kerkdiensten te organiseren.
De scheiding tussen kerk en staat is ver weg. Pas in de grondwet van 1848 wordt de scheiding van Kerk en Staat opnieuw van kracht en kunnen de gereformeerden officieel eigen gemeenschappen vormen. Binnen de Nederlands Hervormde Kerk zal de rust en een gevoel van eenheid nooit meer zijn.

De Afscheiding in Rijssen

De afscheiding vindt in 1836 in Rijssen een vervolg. Het is catechiseermeester Otto Voortman die in Rijssen aan de wieg van de afscheidingsbeweging staat. Veel van de deze periode is niet bekend. Wat zou in Rijssen de reden tot de afscheiding zijn geweest?

In de periode rond de afscheiding stond in de Schildkerk ds. Coenraad Reinier Hattink inmiddels 17 jaar op de kansel. Volgens overlevering zou hij naar de mening van een groep gemeenteleden niet de zuivere leer gebracht hebben. “Hij bracht stenen in plaats van brood” zoals dat geformuleerd werd.

Ds. Hattink heeft de gemeente van Hervormd Rijssen 50 jaar gediend. We weten weinig van hem en daarom is het moeilijk een beeld te schetsen of hij vrijzinnig dan wel orthodox was. Wat we wel weten is dat hij in 1866 een hulpprediker naast zich kreeg in Antonie Abraham Christiaan Sels[*]. De prediking van Sels, werd naar het oordeel van een aantal Rijssenaren tamelijk modern genoemd. Het komt dan ook tot een conflict met de kerkenraad over het gebruik van een catechisatieboekje. Ds. Hattink heeft met voorzichtigheid en tact zijn collega Sels proberen te overtuigen dat de moderne theologie het bij het verkeerde eind heeft. Toch had Sels ook aanhang binnen de kerk. Onder andere de heer van de Oosterhof en zijn pachtboe1ren!, enkele rijksambtenaren en de familie ter Horst. Sels is niet lang in Rijssen geweest. In 1867 heeft hij Rijssen verlaten.

Uit deze geschiedenis kan niet direct geconcludeerd worden dat de vrijzinnige theologie aan ds. Hattink toegerekend kan worden. Daarbij wel de aantekening dat in die tijd het zingen van Evangelische gezangen een onderdeel van de dienst was. Otto Voortman was een fervent tegenstander van de Evangelische gezangen en stond voor de bevindelijke leer.

Het is Otto Voortman die in 1836 met een kleine groep leden de lijn van ds. De Cock volgt die zich afscheiden van de Hervormde Gemeente Rijssen. In 1837 is het ds. Albertus van Raalte, een predikant die in de afscheiding van ds. De Cock meeging, die de doop en het avondmaal in Rijssen bedient onder de afgescheidenen.

[*] Antonie Abraham Christiaan Sels is vooraf in Rijssen te dienen, vanaf 1857 hulppredikant geweest in Alphen aan de Rijn. In 1868 wordt hij predikant in de Hervormde Gemeente van Emst. Hij dient deze gemeente tot zijn emeritaat in 1874.