De officiële naam tot 1909 was Gereformeerde Bond tot Vrijmaking van de Hervormde Kerk. Haar doel was dus om de Nederlandse Hervormde Kerk vrij te maken van de reglementenbundel van koning Willem I. Binnen de kerk ontwikkeld ze zich als een modaliteit, een geloofsrichting.
In Rijssen is draagvlak voor deze visie van de Gereformeerde Bond. Toch komt er met de Bond ook een ander punt op tafel. Een groot deel van de plaatselijke gemeente wil van het zingen van de Evangelische gezangen af. In de kerkenraadsvergadering van 29 maart 1906 komt de zaak aan de orde. In een goede sfeer wordt 2 uur over dit voorstel gesproken. Het voorstel wordt aangehouden.
In de kerkenraadsvergadering van 30 mei komt het voorstel opnieuw op tafel. Ds. Gunning merkt op dat tijdens de diensten het overgrote deel van de kerkgangers de gezangen niet meezingt. De eenheid van de gemeente lijdt er onder. De verdeeldheid neemt toe tussen voorstanders en tegenstanders. De kerkenraad besluit in meerderheid de wens van het overgrote deel van de gemeente over te nemen en alsnog het zingen van gezangen af te schaffen.
Op 2 oktober van dat jaar wordt in de kerkenraadsvergadering besloten dat in de 14e daagse Bijbellezing in Elsen het zingen van de Evangelische gezangen voorlopig nog van kracht blijft.